Nieuws

Werken aan een betere bodembiologie

Gepubliceerd op
14 december 2018

Op de themamiddag Bemesting Akkerbouw in De Aker in Putten op 29 november jl. stond de rol van bodembiologie in bodemvruchtbaarheid en opbrengstverbetering centraal. Belangrijke vragen waren: wat weten we en wat kunnen we met die kennis in de praktijk? Het bleek dat we al het nodige weten maar dat voor effectieve toepassing in de praktijk en goede adviezen meer kennis nodig is.

Een gezonde bodem, die bijdraagt aan een goede landbouwproductie presteert zowel op fysische, chemische als biologische kenmerken goed. Het gaat hier bijvoorbeeld om structuur en beworteling, zuurgraad en aanwezigheid van pathogenen. In de afgelopen droge zomer hebben we goed kunnen zien dat er veel verschil is in de bodemkwaliteit tussen percelen en in de gewasproductie die bij grote droogte nog haalbaar is.

We hebben in Nederland veel kennis over de chemische en fysische kant van de bodem en wat deze betekent voor de gewasgroei en opbrengst. De biologische kant van de bodem daarentegen is nog behoorlijk onbekend. De biologische kant is zeer complex: we kennen nog maar een klein deel van het groot aantal verschillende organismen in de bodem en weten van een nog kleiner deel wat ze doen. Toch worden er al veel adviezen gegeven en producten verkocht die stellen de bodembiologie en opbrengst te verbeteren.

Tijdens de themamiddag bleek dat er veel kennis is, maar dat de adviezen die we hieruit kunnen afleiden nog onvoldoende specifiek zijn. Wel zijn er enkele eerste indicatoren ontwikkeld om de kwaliteit van bodemleven te meten en is bekend met welke maatregelen de bodembiologie is te beïnvloeden. Dit betreft onder andere aanvoer van de hoeveelheid en het type organische stof, gereduceerde grondbewerking en een ruime vruchtwisseling. Ondanks deze nog wat onbevredigende stand van zaken bleek uit de reacties en vragen uit de zaal dat het thema goed aansloot bij de behoefte aan kennis van de deelnemers.

Highlights

Enkele highlights uit de presentaties:

  • Met een goede fysische en chemische toestand van de bodem zijn de randvoorwaarden aanwezig voor ook een goede biologische toestand.
  • Gereduceerde grondbewerking en toepassing van stabiele organische meststoffen resulteren in hogere aantallen nuttige bodemorganismen.
  • Er zijn zeer veel bodemkwaliteitsinstrumenten in ontwikkeling maar met een beperkte toepassing. Meer samenwerking is gewenst in de ontwikkeling van bodemkwaliteitsinstrumenten. Daarnaast is een beoordeling van de kwaliteit van de instrumenten gewenst zodat de boer het kaf van het koren kan scheiden.
  • Het belang van bodemleven voor bodemkwaliteit en gewasgroei wordt in de praktijk onderkend. Er leven veel vragen over toediening van organische producten, bodemverbeteraars en plantversterkers. Vragen zijn bijvoorbeeld: wat is nu precies moeilijk afbreekbare organische stof? Bij welke dosis gaven chitine- en keratineproducten een positief effect op bodemweerbaarheid? Wat is het nut van toevoegen van producten die rijk zijn aan mineralen om het bodemleven beter te laten functioneren? Vanuit het onderzoek kan vaak maar gedeeltelijk antwoord op deze vragen worden geven.
  • In nieuw onderzoek is bevestigd dat de (oude) vuistregel voor afbraak van organische stof in de bodem van rond 2% voor de meeste minerale gronden juist is. Voor de dalgronden is het afbraakpercentage lager. Om de afbraak nauwkeurig te kunnen schatten, is het gewenst de omvang van de afbreekbare fractie en de stabiele fractie van de organische stof te bepalen.
  • Bemesting gericht op het voeden van zowel de planten- alsook de bodem (bijvoorbeeld een combinatie van GFT-compost met drijfmest of potstalmest) geeft de beste resultaten wat betreft opbrengst en bodemkwaliteit. Minerale mest en drijfmest geeft geen verandering in bodemorganische stof. Alleen toepassing van compost geeft een lagere opbrengst. De effecten van de verschillende bemestingsstrategieën op het bodemleven zijn beperkt.
  • Gewasdiversiteit kan op verschillende manieren in een systeem toegepast worden, zoals bijvoorbeeld met vruchtwisseling in tijd en ruimte, gewasmengsels, rassenmengsels of strokenteelt. In verschillende experimenten onderzoeken we wat de effecten van gewasdiversiteit zijn op onder andere bodemkwaliteit, bemesting, biodiversiteit, ziekte- en plagendruk en opbrengst.
  • Gewasdiversiteit maakt meer weerbare landbouwsystemen mogelijk. Sommige vormen van gewasdiversiteit zoals gewassenmengsels zijn vergaand en (op korte termijn) nog niet of lastig toepasbaar in de praktijk. Andere vormen zijn mogelijk direct toepasbaar in de praktijk. In de workshop zijn toepassingsmogelijkheden verkend.

De middag is georganiseerd door de Commissie Bemesting Akkerbouw Vollegrondsgroenten (CBAV). Voor meer informatie zie handboek bodem en bemesting.

Presentaties per onderwerp

U kunt de afzonderlijke presentaties hieronder openen: