Laserapparatuur om wilde (water)vogels te weren bij pluimveebedrijven

Wageningen Bioveterinary Research (WBVR in Lelystad) is gestart met het testen of de toepassing van laserapparatuur bezoeken van wilde (water)vogels aan de uitloop van een pluimveebedrijf sterk en langdurig kan beperken. Dat kan de kans verkleinen dat kippen besmet raken met vogelgriep. Het onderzoek is eind november 2019 begonnen met het meten van bezoek van wilde (water)vogels aan de uitloop zonder gebruik van de laser (nulmeting).

Projectleider is WBVR-epidemioloog Armin Elbers, en het project wordt uitgevoerd met hulp van studenten van de opleiding Dier- en veehouderij van de Hogeschool InHolland in Delft en de opleiding Toegepaste Biologie van de Aeres Hogeschool in Almere.

Effect van lasers op wilde vogels meten

Op een uitloopbedrijf dat in het verleden vaker besmet raakte met vogelgriep is laserapparatuur geïnstalleerd. Tevens is een video-monitoringsysteem met harde schijf opslag geïnstalleerd in de uitloop. Dit maakt het mogelijk om bezoek van wilde vogels aan de uitloop vast te leggen en te analyseren in combinatie met een laser die wel of niet in werking is.

Door periodes van enkele weken afwisselend wel en niet de laser in werking te stellen, wordt het effect van de laser op het aantal bezoeken en/of aantal bezoekende wilde (water)vogels per tijdsperiode geschat. Tevens kan daarbij worden getoetst of er sprake is van gewenning door wilde vogels aan de laser.

laser in uitloop voor weren wilde vogels

Laser zeer effectief in weren wilde vogels

De algehele effectiviteit van de laser (alle vogelsoorten) voor het verminderen van het aantal bezoekende wilde (water)vogels aan het vrije uitloopgebied dat met videocamera’s werd gemonitord was 98,2%. Deze effectiviteit was voor vogels van de Orde Anseriformes (eendachtigen) 99,7% en voor vogels van de Orde Passeriformes (zangvogels) 96,1%. De totale blootstellingstijd van het gemonitorde uitloopgebied aan wilde vogels (alle vogelsoorten) was 617 keer lager met de laser in werking in vergelijking met een situatie waarin de laser niet in werking was. En voor vogels van de Orde Anseriformes - bekend als vogelgrieprisico-soorten - was dit 2320 keer lager in vergelijking met de situatie zonder de laser in werking.                                                                                                                                                 Uit anekdotische dagelijkse waarnemingen door de pluimveehouder bleek ook dat met de laser in werking de weilanden rondom het pluimveebedrijf schoon werden geveegd: overdag werden geen ganzen, meeuwen of zwanen meer waargenomen door de pluimveehouder.     

Samenvattend kan worden geconcludeerd dat de laserapparatuur die in deze studie werd gebruikt zeer effectief was in het weren van wilde (water)vogels uit het uitloopgedeelte van het legbedrijf dat werd gemonitord met een videocamerasysteem.                                                                                                                          

Achtergrond onderzoek

Aansluiting op eerder onderzoek

In de (vak)literatuur zijn methoden beschreven om wilde (water)vogels te weren en/of te verjagen met getrainde honden en laser apparatuur, echter is wetenschappelijke onderbouwing tot nu toe karig. Dit interventieonderzoek is een logisch vervolg op – en sluit naadloos aan op - resultaten van recent onderzoek.

Wilde eenden bezoeken ’s nachts uitloop

Uit recent onderzoek van WBVR op basis van videobeelden van een Nederlands uitlooplegbedrijf bleek dat wilde eenden de uitloop vrijwel uitsluitend bezoeken tijdens de nacht, en met name van november tot februari. Zeer waarschijnlijk raakt pluimvee besmet via contact met door uitwerpselen van wilde watervogels besmet water of besmette grond in de uitloop(1).  

eenden in uitloop avond en nacht

Wilde watervogels vormen risico vogelgriep

Door voorgaande onderzoeken lijkt het logisch dat regelmatige aanwezigheid van wilde watervogels (met name eenden) in de uitloop de kans op blootstelling van kippen aan laag-pathogene aviaire influenza (LPAI) virus verhoogt. Wilde watervogels vormen namelijk het natuurlijk reservoir van aviaire influenza virussen.

In Nederland hebben met name leghenbedrijven met uitloop, kalkoenbedrijven en eendenbedrijven een duidelijk grotere kans om geïnfecteerd te raken met LPAI-virussen in vergelijking met “traditionele” leghenbedrijven zonder uitloop. Dit blijkt uit onderzoek van WBVR(2,3).

Bronvermelding

1. Elbers A.R.W., Gonzales, J.L. Quantification of visits of wild fauna to a commercial layer farm in the Netherlands located in an avian influenza hot-spot area assessed by video-camera monitoring. Transbound. Emerg. Dis. 2019 (in press).

2. Gonzales, J.L., Stegeman, J.A., de Wit, J.J., Koch, G., Elbers, A.R.W. Differences in risk of introduction of a LPAIv infection between poultry production sectors and outdoor/indoor farming systems in the Netherlands. Influenza and other respiratory diseases  2013; 7: 6-10.

3. Bouwstra, R., Gonzales, J., de Wit, J., Stahl, J., Fouchier, R., Elbers, A. Spatial-environmental risk analysis of introduction of low pathogenic avian influenza virus infections on poultry farms in the Netherlands, 2007-2013. Emerg. Infect. Dis. 2017; 23 (9): 1510-1516.