In de praktijk

Het Onderzoek Veehouderij & Klimaat onderzoekt de uitstoot van methaan in de veehouderij in de praktijk. Lees hier wat dit onderzoek op het boerenerf betekent!

Het Onderzoek Veehouderij & Klimaat wil achterhalen hoe methaanemissies op een efficiënte, praktisch haalbare én rendabele manier verminderd kunnen worden. We zoeken integrale oplossingen, waarbij onder meer ook het bedrijfsrendement, de ammoniakemissie en/of de biodiversiteit worden verbeterd. De pilots binnen het onderzoek spelen hier een belangrijke rol in. Op het boerenerf onderzoeken we wat wel en wat niet werkt. Bij het zoeken naar en testen van oplossingen wordt rekening gehouden met de belangen van alle betrokken partijen en specifiek ook met die van de veehouder en zijn bedrijf.

Waarom methaan reduceren?

Nederland neemt maatregelen om klimaatverandering tegen te gaan. In 2030 wil Nederland bijna de helft (49%) minder broeikasgassen uitstoten dan in 1990. De uitstoot van broeikasgassen heeft namelijk een negatieve invloed op het klimaat. In het regeerakkoord is voor elke sector aangegeven hoeveel ze de uitstoot van broeikasgassen moeten verminderen.

De landbouw heeft de opdracht gekregen om voor 2030 de uitstoot met indicatief 3,5 megaton CO2-equivalenten te reduceren, waarvan 1 megaton door het reduceren van methaan. De uitstoot van broeikasgassen wordt vaak uitgedrukt in CO2-equivalenten, om zo de verschillende soorten broeikasgassen onderling te kunnen vergelijken. Het uiteindelijke doel is om aan de klimaatdoelen te voldoen, met behoud van de agrarische productie. Dit past goed binnen de visie van het ministerie van LNV: als landbouwsector samen de omslag maken naar een landbouw die kringlopen sluit en op een duurzame wijze voldoende, goed en veilig voedsel produceert, met een goede beloning voor de boer.


Dit onderzoek is gefinancierd door het ministerie van LNV in het kader van het klimaatbeleid

<L CODE="C04">Ministerie van LNV</L>