Rimpelroos (Rosa rugosa) (Foto: Wikimedia Commons, 2005)

Rimpelroos

Rimpelroos is een invasieve exoot die van oorsprong in Zuidoost-Siberië, Japan, Korea en Noordoost-China voorkomt. In Nederland wordt de rimpelroos vaak aangeplant in openbaar groen en wordt de soort veel gebruikt in de sierteelt. Met name in de duinen vormt rimpelroos een groot probleem. Het is een agressieve groeier die de inheemse vegetatie verdringt.

Hoe herken ik rimpelroos?

Rimpelrozen (Rosa rugosa) vormen vaak dichte groepen struiken van 1-2 m hoog. Op de viltig behaarde takken staan er dunne, rechte stekels zeer dicht op elkaar. Er zijn zowel grote, behaarde stekels als kleine, onbehaarde stekels. De lengte van de stekels varieert van 0,3 tot 1 cm lang.

De bladeren zijn oneven geveerd met 5 tot 9 elliptische, gerimpelde deelblaadjes. Elk deelblaadje is 1,5-3 cm breed en 2-5 cm lang met een enkelvoudig gezaagde bladrand en een licht afgeronde bladvoet. De nerven zijn vrij diep ingekerfd in het blad. Van boven zijn de deelblaadjes niet behaard en donkergroen van kleur. Aan de onderkant is het blad dicht behaard en blauwgroen van kleur.

Bij rimpelrozen zijn de bloemen 4-7 cm in doorsnee met witte, roze, rode of diep paarsrode kroonbladeren. De soort is tweeslachtig, wat betekent dat zowel mannelijke als vrouwelijke geslachtsorganen op dezelfde bloem voorkomen. De grote, hangende vruchten (rozenbottels) zijn oranjerood van kleur en iets afgeplat. De bottels hebben een kroontje met rechtopstaande kelkbladeren. Elke bottel is 1,5-2 cm lang en 2-2,5 cm breed en zijn eetbaar.

Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten.

Herkomst – Waar komt rimpelroos vandaan?

Rimpelroos komt van nature voor in de kuststreken van Noordoost-Azië, met als belangrijkste gebieden Zuidoost-Siberië, Japan, Korea en Noordoost-China. Hier groeit de soort voornamelijk in de dynamische duingebieden.

Verspreiding – Waar komt rimpelroos voor?

De rimpelroos wordt in Nederland veel gebruikt als aanplant voor openbaar groen en in de sierteelt. Met name in het duingebied is de soort erg populair als sierplant. Door massale aanplant en verwildering, vormt de rimpelroos nu echter een groot probleem in duingebieden (zowel verder landinwaarts als dicht tegen de zee). In de rest van Nederland kent de soort ook een ruime verspreiding in verstoorde omgevingen zoals stedelijke gebieden en nabij infrastructuur (zoals wegbermen).

Verspreiding van de soort gebeurt via worteluitlopers én via zaden. Rimpelroos vormt talloze worteluitlopers en kan zich hierdoor snel verspreiden. De soort kan zich vegetatief snel uitbreiden (tot ruim een meter per jaar). Vogels eten de vruchten (rozenbottels) en verspreiden vervolgens de zaden over grote afstanden. Als gevolg hiervan kan de soort snel grote gebieden gaan domineren.

Risico’s - Wat zijn de problemen?

Rimpelrozen zijn agressieve groeiers met een invasief karakter in met name kustduinen en graslanden op zandgronden. Eenmaal gevestigd, vormt de plant dichte, ondoordringbare struwelen. Als gevolg van deze dichte begroeiing krijgen inheemse, vaak zeldzame plantensoorten geen licht meer. Hierdoor worden inheemse planten verdrongen door de rimpelroos. Op den duur leidt dit tot veranderingen in de plantensamenstelling in een gebied.

Andere soorten uit de rimpelroosgroep (Virginische roos en veelbloemige roos) zijn momenteel minder verwilderd dan rimpelroos. In de toekomst kunnen zij echter een vergelijkbare bedreiging gaan vormen door hun sterke groei van worteluitlopers. Preventieve bestrijding in natuurlijke habitats wordt daarom aangeraden. Dit kan op dezelfde manier als rimpelroos.

Preventie - Hoe voorkom je verdere verspreiding?

Volledig voorkomen van verspreiding naar nieuwe gebieden is niet realistisch en haalbaar. Vogels verspreiden de zaden over grote afstanden en op grote schaal. De zaden kunnen daarnaast ook meerdere jaren overleven in de bodem. Hiernaast kan de soort zich ook snel verspreiden via zijn wortelstokken.

Er zijn echter wel mogelijkheden om de kans op (nieuwe) introducties van rimpelroos te verkleinen. Dit kan door naburige gebiedseigenaren en gemeenten bewust te maken van de problemen rondom de soort. Hiernaast kan hen gevraagd worden geen nieuwe rimpelrozen te planten en/of reeds geplante exemplaren te verwijderen.

Beheersing en bestrijding – Welke methoden zijn er?

De meest effectieve bestrijdingsmaatregel is uitgraven van de planten, inclusief alle wortels (tot ongeveer 1 meter diep). Jonge exemplaren kunnen handmatig worden uitgetrokken. Grotere exemplaren of bij grote oppervlaktes dienen de planten mechanisch uitgetrokken of uitgegraven te worden waarna de wortels kunnen worden uitgezeefd met een (trommel)zeef (maaswijdte 20 mm). Echter, er is een grote kans dat er delen van de wortels achterblijven die weer kunnen uitlopen. Nacontroles zijn noodzakelijk om alle hergroei alsnog uit te graven. Na verwijdering van de rimpelroos blijkt de inheemse duinvegetatie zich op de kale vlaktes redelijk snel te herstellen vanuit de zaadbank.

Voor beheersing kan gekozen worden voor het herhaaldelijk snoeien of maaien van lokale populaties (2-3 keer per jaar), maar hiermee zal de rimpelroos niet volledig verdwijnen. Buiten natuurgebieden kunnen na het snoeien of maaien de stobben van rimpelroos aangestipt worden met een bestrijdingsmiddel (controleer dit altijd in het gebruiksvoorschrift).

Voorbeeldprojecten

Onderstaande voorbeeldprojecten geven de ervaringen weer zoals opgesteld door de betrokken partijen. Wilt u ook een voorbeeldproject aanleveren, download dan hier het invulformulier.

Klik op het project voor meer informatie:

Wet- & Regelgeving - Welke regels en protocollen zijn van toepassing?

Rimpelroos (Rosa rugosa) staat niet op de Unielijst van zorgwekkende invasieve uitheemse soorten. Dit betekent dat er geen wettelijke plicht is om deze soort te bestrijden. Dat neemt niet weg dat sommige terreinbeheerders al wel bezig zijn met het nemen van maatregelen om schade en overlast zoveel mogelijk te beperken. In verschillende duingebieden langs de Nederlandse kust wordt rimpelroos bestreden om verlies aan biodiversiteit te voorkomen. 

Waar vind ik meer informatie?

Geüpdatet 8 april 2024
Gepubliceerd 9 mei 2022