Canadese en Late guldenroede

Guldenroedes behoren tot de composietenfamilie. In Nederland komen drie soorten voor, waarvan er twee exotisch zijn: de Canadese guldenroede en de Late guldenroede. De Echte guldenroede is inheems. De Guldenroedes kunnen dichte vegetaties vormen waardoor inheemse soorten worden verdrongen. Uitsteken en begrazen zijn effectieve bestrijdingsmethoden maar langjarige nazorg is noodzakelijk.

Hoe herken ik Canadese en Late guldenroede? 

Canadese guldenroede (Solidago canadensis) en Late guldenroede (Solidago gigantea) zijn te herkennen aan de pluimvormige bloeiwijze met kleine gele composietbloemetjes. De guldenroedes bloeien van juli tot in de herfst (september / oktober). De zaden worden door de wind verspreid en blijven 1 tot 5 jaar kiemkrachtig. Ook kunnen de guldenroedes zich verspreiden via worteluitlopers. 

De stengels van de planten staan rechtop en de planten worden tot ongeveer 1,5 meter hoog. De bladeren zitten verspreid aan de stengel en zijn langwerpig tot lancetvormig met een fijn gezaagde bladrand. De onderkant van de bladeren van de Canadese guldenroede is behaard en groen, de onderkant van de Late guldenroede is meer blauwgroen. Canadese guldenroede is wintergroen. De stengel van de Canadese Guldenroede is helemaal behaard, die van de Late guldenroede alleen bij de bloemen. 

Klik op de afbeeldingen om ze te vergroten

Herkomst – Waar komt Guldenroede vandaan? 

Canadese en Late guldenroede zijn oorspronkelijk afkomstig uit Noord-Amerika en zijn als sierplant naar Europa gehaald. Vanuit tuinen zijn de soorten verwilderd. De pluimvormige bloemen worden veel verwerkt in bloemstukken.  

Verspreiding – Waar komt Guldenroede voor? 

De Canadese en Late guldenroede komen voor op vochtige tot natte plekken die (matig) voedselrijk zijn, zoals langs waterkanten, bosranden, ruigtes, spoorwegen en in bermen. De soorten houden van plekken waar de grond omgewerkt is.  

Risico’s - Wat zijn de problemen? 

Via worteluitlopers kunnen de planten zich snel uitbreiden. De wortels scheiden stoffen uit die de groei en ontwikkeling van andere planten belemmerd (allelopathie).  Vooral in gebieden waar de bodem bewerkt is, bijvoorbeeld in het kader van natuurontwikkeling, kunnen Canadese en Late guldenroede dominant worden en dichte vegetaties vormen waardoor inheemse soorten worden verdrongen.  

Daarnaast is er een gezondheidsrisico: bestuiving vindt in principe plaats via insecten, maar Canadese guldenroede produceert zoveel pollen dat deze pollen ook in de lucht kunnen komen. Mensen die daar gevoelig voor zijn, kunnen daar heftig allergisch op reageren.