Profielkuil

Het hoe en waarom van het graven van een profielkuil

Een profielkuil biedt de mogelijkheid om eigenschappen en aspecten van de bodem op een perceel te bepalen die anders niet duidelijk worden of niet in beeld komen. Het biedt de mogelijkheid van een visuele, kwalitatieve beoordeling en is dus geen echte meting. Er is geen voorgeschreven grootte van een profielkuil maar een kuil is al snel 0,70 - 1 meter diep. Omdat het maken van een profielkuil tijdrovend is, is een zorgvuldige keuze van de plek erg belangrijk. De plek moet representatief zijn voor wat men wil onderzoeken.

Een profielkuil geeft een kwalitatief maar samenhangend beeld van de bodem, waardoor andere bodemmetingen inzichtelijker worden en meer betekenis krijgen. Zo kan met een profielkuil bijvoorbeeld worden nagegaan of een hoge indringingsweerstand (die bijvoorbeeld is gemeten met een penetrometer) inderdaad leidt tot een verminderde beworteling.

Te observeren aspecten van de bodem

Bij het bestuderen van een profielkuil kunnen de volgende bodemeigenschappen worden geobserveerd en beoordeeld:

  • aandeel klei- en/of zanddeeltjes, aanwezigheid veen(lagen), kleur van de lagen en de overgang tussen de lagen,
  • diepte en intenstiteit van beworteling,
  • aanwezigheid van een eventuele verdichte laag,
  • aanwezigheid en verteringsgraad van ondergewerkte gewasresten,
  • aanwezigheid van het zichtbare bodemleven, bijvoorbeeld wormen,
  • aanwezigheid van schelpen (kalkrijkdom),
  • beschrijving van de structuurelementen,
  • diepte van grondwater,
  • aanwezigheid van roestvlekken,
  • Geur kan een belangrijke aanwijzing zijn voor voorkomende bodemprocessen (onder zuurstofloze omstandigheden kan de bodem zwavelachtig stinken).

Verzamelen informatie

De resultaten van een profielbeoordeling kunnen worden verzameld op een invulformulier waarop de beoordeelde eigenschappen per bodemlaag worden vastgelegd. Een invulformulier helpt om te voorkomen dat te beoordelen aspecten worden vergeten. Eventueel kan als referentie een schets of een foto van het profiel worden gemaakt.

Combinatie met andere metingen en maatregelen

De resultaten van de profielkuil komen het best tot zijn recht als ze worden gecombineerd met andere bodemmetingen. Hiervoor is al aangegeven dat bijvoorbeeld kan worden nagegaan of een bodemlaag met een hoge indringingsweerstand (gemeten met penetrometer) inderdaad leidt tot een slechte beworteling. Ook kan de bodemstructuur visueel worden beoordeeld en kan b.v. worden nagegaan of er sprake is van versmering van verdichte lagen (ploegzool) en of veel scherpe / hoekige structuurelementen in de grond aanwezig zijn. Dit kan een aanwijzing dat zijn dat de grond op het verkeerde tijdstip is bereden of bewerkt (te natte omstandigheden). Een evaluatie van deze waarnemingen kan leiden tot maatregelen, zoals een betere timing van de berijding en/of grondbewerking, zorgen voor een betere ontwatering en/of het opheffen van storende lagen.

Een ander voorbeeld is de gecombineerde beoordeling van de pH (in bodemvruchtbaarheids-onderzoek) en de aanwezigheid van onverteerde gewasresten in het bodemprofiel (profielbeoordeling). Als de pH van de bouwvoor te laag is en er sprake is van slecht verteerde gewasresten, is bekalking gewenst, wat vaak zal leiden tot een actiever bodemleven en een betere vertering. De wijze waarop de gewasresten worden ingewerkt in de bodem heeft echter ook een grote invloed op de vertering.

Het is niet altijd nodig om een profielbeoordeling te combineren met andere metingen. Zo zijn grijze vlekken onderin het profiel een aanwijzing voor anaerobe, zuurstofloze omstandigheden die er op wijzen dat de ontwatering moet worden verbeterd.

Op basis van informatie over de laagopbouw van een bodemprofiel kan ook worden nagegaan of een diepe grondbewerking al dan niet gewenst is.

Verwijzingen

  • Draper SG and Davis MJ (2010) Practical in-field assessment and remediation of soil structural conditions. International Fertilizer Society Proceedings 677. Pp 24.
  • Koopmans CJ & Brands L (eds.) (2002) Testkit Bodemkwaliteit. Ondersteuning van duurzaam bodembeheer. pp 86. Zie o.a. http://www.louisbolk.org/downloads/1419.pdf.
  • Koopmans CJ, Zanen M & Ter Berg C (2005) De Kuil. Bodembeoordeling aan de hand van een kuil. Louis Bolk Instituut. pp 16.
  • LfL-information (2007) Bodenstruktur erkennen und beurteilen. Anleitung zur Bodemuntersuchung mit den Spaten. Bayerische Landesanstalt für Landwirtschaft (LfL) und Sächsische Landesanstalt für Landwirtschaft. pp 18.
  • McGarry D (2004) A methodology for visual soil - field assessment tool to support, enhance and contribute to the LADA program. FAO-publicatie. Pp 50