category_news
Potentie van bloemrijke bermen als nestelplek voor wilde bijen
Naast zorg voor voldoende voedsel (bloemen) draagt het creëren van voldoende geschikte nestlocaties bij aan het verbeteren van het leefgebied van de wilde bij. Het overgrote deel van de Nederlandse wilde bijensoorten maakt een ondergronds nest, en heeft dus geen baat bij de bekende bijenhotels. Nieuw onderzoek van Wageningen Environmental Research geeft meer inzicht in de factoren die bepalen in hoeverre bloemrijke grasstroken, zoals wegbermen, geschikt zijn als nestelplek.
De onderzoekers hebben gekeken naar de effecten van bloemrijke wegbermen op nestelplekken van wilde bijen in de gemeente Sint-Anthonis (Noord-Brabant). In 2016 zijn hier een flink deel van de bermen geroofd (vegetatie en toplaag van de bodem verwijderd) en opnieuw ingezaaid met een mengsel van bloeiende plantensoorten. In het voorjaar van 2018 en 2019 hebben onderzoekers de aanwezigheid van grondnestelende bijen geïnventariseerd in tien van de bermen die geroofd en opnieuw ingezaaid waren, en dit vervolgens vergeleken met de controlebermen.
Wegbermen belangrijk voor wilde bijen
“De bermen blijken inderdaad gebruikt te worden als nestelplek”, aldus Dianne Sanders, hoofdonderzoeker namens Wageningen Environmental Research. De dichtheden zijn weliswaar niet hoog, maar als je berekent dat er in 2016 27 kilometer aan wegberm in ingezaaid, kunnen er 15.000 tot 50.000 bijennesten zijn in alleen al de ingezaaide bermen van Sint Anthonis. Dat zijn aantallen die er toe doen voor een bijenpopulatie, en waar je rekening mee moet houden in de werkzaamheden aan wegbermen, zodat er niet teveel nesten verloren gaan.”
Ook wegbermen in andere regio’s van Nederland kunnen volgens de onderzoekers waardevol zijn als nestelplek voor bijen. “Het is waarschijnlijk dat de situatie in Sint Anthonis ook geldig is op andere plekken op de hoge zandgronden in het oosten en zuiden van ons land. Of ook bermen op kleibodems in het midden en westen van het land veel door bijen worden gebruikt als nestelplek kunnen we op basis van dit onderzoek niet zeggen.
Vegetatie en microklimaat
Opvallend is dat de bermen die geroofd en opnieuw ingezaaid zijn, niet aantoonbaar meer potentie hebben als nestelplek dan de controlebermen, in tegenstelling tot resultaten uit buitenlandse studies waarin onder meer hommels juist wel liever bleken te nestelen in bloemrijk grasland. Sanders: “Dit is onder andere te verklaren doordat het verschil in vegetatiestructuur tussen de twee typen bermen minder groot was dan verwacht.” Ook werd het effect letterlijk overschaduwd door de bomen die in beide typen bermen veel aanwezig zijn. “In ons onderzoek bleek de potentie als nestelplek lager dan in bermen met bomen. Waarschijnlijk is onder deze bomen het microklimaat ongeschikt.”
Zodra het onderscheid tussen ingezaaide bermen en controlebermen werd losgelaten, werd een significante relatie gevonden tussen de potentie als nestelplek en de bloemdiversiteit en bloembedekking in het vorige seizoen. Dit kan betekenen dat meer bloemen in de nabije omgeving de locatie geschikter maken als nestelplek. Het zou een belangrijk extra argument zijn om in te zetten op het vergroten van het bloemaanbod in de wegbermen, maar een vervolgonderzoek moet de theorie nog bevestigen. Net als het nieuw gepubliceerde onderzoek naar nestgelegenheid, zal dit vervolgonderzoek plaatsvinden binnen het meerjarige onderzoeksprogramma Kennisimpuls Bestuivers.
Rapport
Bekijk het rapport Nestelmogelijkheden voor solitaire bijen in bodems van bloemrijke bermen: Een vergelijkend onderzoek tussen ingezaaide en niet-ingezaaide bermen in de gemeente Sint Anthonis.