Nieuws

Zilver voor Nederland tijdens 17e EUSO in Portugal

Gepubliceerd op
14 mei 2019

Beide teams die voor Nederland meededen aan de zeventiende EUSO (European Union Science Olympiad) behaalden een zilveren medaille. De EUSO werd gehouden van 4 t/m 11 mei aan NOVA School voor Science en Technologie van de Universiteit van Lissabon. Het thema van de olympiade was 'Science challenges'. Dit jaar deden 24 EU-landen met in totaal 50 teams van drie leerlingen mee.

Bij de opening zei de staatssecretaris van Onderwijs, Joao Costa, dat er nog veel te ontdekken valt. Wat is de betekenis van het leven en waar gaan we naar toe? Verwondering en nieuwsgierigheid liggen aan de basis van deze zoektocht. Hij wenste alle leerlingen veel succes toe bij de EUSO in Portugal, maar benadrukte alvast dat ze als winnaars van een land gekomen zijn, maar als echte olympiërs naar huis zullen gaan en dat ze dat gevoel nooit meer zullen vergeten.

Prima Nederlands resultaat

Nederland was vertegenwoordigd met twee 5-vwo-teams: Een team van het Stedelijk Gymnasium Breda met daarin Bram Arts, Bart Burggraaf en Laurens Smulders en een team van het Gemeentelijk Gymnasium Hilversum met Maurits van Altvorst, Danique Braam en Tess Goudswaard.

Een van de Duitse teams eindigde op de eerste plaats. De prijzen werden uitgereikt door de minister van Onderwijs, Tiago Brandao Rodrigues, die zelf ook een natuurwetenschapper is. Hij hield de jonge wetenschappers in spé voor dat ze op een keerpunt in hun leven staan en dat ze een grote verantwoordelijkheid zullen krijgen bij het slechten van alle grenzen binnen Europa. Kennis van natuurwetenschap en technologie is volgens hem essentieel in de strijd tégen 'fake news' en vóór een democratisch Europa.

Doel: internationale contacten leggen, samenwerken én het beste uit jezelf halen

Het doel van de EUSO is leerlingen te enthousiasmeren voor bèta en techniek, ze uit te dagen het beste uit zichzelf te halen en ze in contact te brengen met gelijkgestemde leeftijdsgenoten uit andere Europese landen. Behalve het combineren van kennis en praktische vaardigheden zijn samenwerken, plannen en het verdelen van taken belangrijke aspecten van deze wedstrijd. Belangrijk subdoel van deze olympiade is leerlingen de samenhang binnen de natuurwetenschappen te laten zien en kennis te laten maken met verschillende Europese culturen.

De deelnemers zijn hoogstens 16 jaar. In teams van drie verrichten zij experimenteel onderzoek en lossen zij problemen op die biologische, natuurkundige en scheikundige aspecten bevatten.

Twee opdrachten; onderzoek aan de Portugese kurkeik en een maritiem onderzoek.

Bij de eerste opdracht onderzochten de leerlingen de herkomst en kwaliteit van kurk en de eisen die je eraan moet stellen om er goede stoppen voor wijnflessen van te kunnen maken. Ze ontdekten dat het bederven van wijn, waardoor deze een typische kurkgeur en -smaak krijgt, veroorzaakt wordt door bepaalde schimmels in de kurk. Verder werd gekeken naar de toepassingsmogelijkheden van kurk als isolatiemateriaal.

Bij de tweede opdracht werd onderzocht hoe in Portugal energie wordt opgewekt met behulp van zeegolven en hoe deze energie kan worden opgeslagen. De leerlingen gebruikten hiervoor een model van een golfgenerator. Ze onderzochten ook welke zeealgen het best geschikt zijn om zware metalen uit afvalwater te halen. Tot slot vergeleken ze het DNA van twee lastig te onderscheiden mosselsoorten met behulp van PCR en DNA-gelelektroforese.

Sociaal en cultureel programma

Naast het wedstrijdelement was er ook aandacht voor sport, cultuur en natuur. De leerlingen bekeken het 110 meter hoge standbeeld van Cristo-Rei ('Christus Koning') dat uitkijkt over de monding van de Taag en de op de Golden Gate Bridge-lijkende brug, die Almada met Lissabon verbindt. Een stadswandeling door Lissabon en een bezoek aan het Oceanarium en de Belémtoren stonden ook op het programma.

De leerlingen verbleven in Caparica aan de Atlantische Oceaan en kregen daar onder andere golfsurfles en speelden beachvolleybal.    

Begeleiding

Het begeleidende Nederlands EUSO-comité bestaat uit Tom Bloemberg en André Eppink (beiden Radboud Universiteit), Hans Morélis en Emiel de Kleijn (SLO, nationaal expertisecentrum voor leerplanontwikkeling).