category_news

‘Voor expertise in agrologistiek ligt Nederland bovenop het stapeltje’

Gepubliceerd op
25 november 2014

“Elkaars wereld toelichten. Dat is in feit wat ik doe. Problemen aanpakken door knelpunten en beperkingen op te sporen en die met behulp van Nederlandse expertise op te lossen.” Karel Vanroye van Buck Consultants International werkt sinds 2012 op verzoek van de Nederlandse ambassade in Caïro aan het vergroten van de voedselzekerheid in Egyptische versketens. Nu, bijna drie jaar na de start, verheugt hij zich op de ‘kick off’ van een agrologistiek platform van Egyptische en Nederlandse bedrijven, belangenbehartigers, kennisinstellingen en adviseurs. Een ontmoetingsplaats voor het ontwikkelen en uitvoeren van concrete agrologistieke verbeteringen. Wat daaraan vooraf ging? “Heel veel praten. Heel veel uitleggen.”

Vanroye: “De afgelopen jaren waren voor Egypte een periode van grote onzekerheden als gevolg van politieke instabiliteit. Niemand wist waar het land naartoe ging. Niemand wist waar het met zijn bedrijf naartoe ging. Niet echt een setting om iets aan te pakken.”

Dat laatste was wel nodig. Ruim zeventien procent van de Egyptenaren weet niet of hij het voedsel dat hij vandaag op zijn bord heeft, morgen ook nog kan krijgen. Combineer dat met het feit dat zo’n veertig procent van het geproduceerde voedsel vóór het diezelfde consument bereikt op een of andere manier verloren gaat en de behoefte aan verbeteringen is helder.

 

Samenwerken niet overal vanzelfsprekend

“Egyptische ondernemers en hun organisaties kijken daarvoor met name naar Nederland. Als het gaat om expertise in de agrologistiek, liggen wij bovenop het stapeltje”, zegt Vanroye. Vandaar dus het verzoek aan zijn adviesbureau om de knelpunten in de Egyptische versketens op te sporen en Egyptische en Nederlandse partners bij elkaar te brengen voor het realiseren van oplossingen. Die knelpunten zijn inmiddels geïnventariseerd voor vijf teelten: uien, tomaten, pepers en paprika’s, groene boontjes en druiven. Voor die producten is uitgezocht hoe de ketens in elkaar zitten en waar logistieke verliezen optreden. Dat blijkt op drie punten: bij het oogsten zelf, bij het verpakken en bij het transport. Tegengaan van die verliezen is tot heden een lastige opgave gebleken. Om fysieke redenen, zoals slecht verpakkingsmateriaal, gebrekkige conditionering en de slechte staat van de infrastructuur. Maar vooral ook om organisatorische redenen.

“Het sociale kapitaal in Egypte is beperkt”, formuleert Vanroye voorzichtig. “Egyptische ondernemers”, licht hij toe, “zijn zeer beschermend. Inzichten en kennis delen is niet de gewoonte. Voor ons is samenwerken heel vanzelfsprekend. Maar dat is niet overal zo. Als je dan toch iets samen wilt ondernemen, moet je veel tijd investeren in het opbouwen van een vertrouwensrelatie. Praten, praten, telkens met dezelfde mensen. Elkaars markt en positie leren kennen en begrijpen, anders werkt het niet.”

 

Permanent gevecht tegen het rood

Ook het idee van rendement op de lange termijn, is in het Egyptische zakenleven geen overtuigend argument om aan verbeteringen in de keten te werken. Vanroye: “De voordelen van efficiëntere agrologistiek zijn evident. Producten komen sneller op de markt, zijn van betere kwaliteit, tegen een lagere kostprijs en met minder verlies. Maar de gemiddelde Egyptische ondernemer vecht permanent tegen het rood. Als je iemand in zo’n positie weidse vergezichten gaat schetsen en vertelt dat die haalbaar zijn door bijvoorbeeld even een paar ton in automatisering te investeren, dan is dat einde gesprek. Een Nederlandse ondernemer die hierin een rol wil spelen, zal dus heel creatief moeten zijn. Iets bedenken wat wel haalbaar is. Geen grote investeringen en tóch een verbeterde opbrengst. Samen investeren en dan straks samen profiteren bijvoorbeeld. Het zal in elk geval concreet en praktisch moeten zijn, want op visionaire ideeën zit men echt niet te wachten. Wat verdien ik er aan? En wanneer? Dat zijn de vragen die direct op tafel komen. Als je daar als Nederlandse partner geen helder antwoord op kunt geven, is het ‘Bye, bye’. Vergis je niet, de meeste ondernemers die je spreekt hebben een MBA en zijn aan goede universiteiten opgeleid, die weten echt wel hoe de wereld draait. Maar dit is de werkelijkheid waar zij in moeten opereren.”

Aan beide kanten van de lijn de ‘werkelijkheid’ van de ander uitleggen en mensen met elkaar in contact brengen, vond Vanroye de afgelopen jaren uiterst fascinerend werk. Wel is hij er van overtuigd dat een Nederlands trefpunt als het Postharvest Network, waar potentiële Nederlandse partners voor dergelijke projecten te vinden zijn, hem ‘het leven een heel stuk eenvoudiger zou hebben gemaakt’. Vanroye: “Het was nu heel veel praten met heel veel mensen. Met zo’n netwerk heb je één ingang naar bedrijven en organisaties waarvan je weet dat ze in deze vorm van samenwerking geïnteresseerd zijn. Dat scheelt natuurlijk enorm.”