Project

Invloed van weersextremen op de bodemkwaliteit

Door het KNMI is vastgesteld dat Nederland steeds vaker te maken heeft met extremer weer. Het is nog onvoldoende duidelijk hoe en in hoeverre deze weersextremen de bodemkwaliteit beïnvloeden en wat de impact is op het producerend vermogen, de grondwaterkwaliteit en de bodembiodiversiteit. Deze kennis is belangrijk om te kunnen vaststellen welke maatregelen genomen kunnen worden voor het verkrijgen en behouden van een veerkrachtige en gezonde bodem. In 2022 is een verkennende bureaustudie uitgevoerd, waar de effecten van specifieke weersextremen op biologische, chemische en fysische aspecten van de bodemkwaliteit in beeld zijn gebracht. De resultaten van deze bureaustudie zijn aanleiding voor vervolgonderzoek. In 2023 willen we nog openstaande kennishiaten wegnemen en voorbereidingen treffen voor veldonderzoek ter toetsing van de opgestelde hypothesen en kwantificering van de effecten. 

Bodemkwaliteit is het vermogen van de bodem om te functioneren binnen de grenzen van het landgebruik en om het ecosysteem bij te laten dragen aan ecosysteemdiensten (Soil Mission Support). Het is een optelsom van chemische, fysische en biologische eigenschappen van de bodem. De huidige toestand van de bodem (“de bodemgezondheid”) is af te lezen met geëigende indicatoren voor de drie aspecten.

Er is nog veel onduidelijk over de invloed van weersextremen op de bodemkwaliteit: Welke chemische, fysische en biologische indicatoren zijn het meest kwetsbaar? En hoe wordt de gewasproductie en de kwantiteit en kwaliteit van grond- en oppervlaktewater beïnvloed? Belangrijk aandachtspunt hierbij is de rol van agrarisch management. Boeren passen hun management namelijk aan aan de actuele of te verwachten omstandigheden. Voorbeelden hiervan zijn het graven van sleuven direct na piekbuien en het aankopen van extra ruwvoer als gevolg van droogte. 

Middels een literatuurstudie die in 2022 is uitgevoerd is een eerste beeld geschetst hoe en in welke mate verschillende bodemindicatoren in theorie reageren op bepaalde weersextremen (droogte, piekbuien, hitte en vorst) en welke maatregelen agrariërs (akkerbouw en melkveehouderij) nemen in dergelijke situaties. Uit dit onderzoek zijn de volgende inzichten naar voren gekomen:

  • De indicator aggregaatstabiliteit blijkt een centrale rol te spelen in de gevoeligheid en veerkracht van een bodem. Helaas wordt deze indicator niet standaard in Nederland gemeten, waardoor de opgestelde hypothesen niet konden worden getoetst.
  • Biologische, chemische en fysische indicatoren zijn sterk verbonden met elkaar in lastig los van elkaar te beoordelen op hun kwetsbaarheid (combinatie van gevoeligheid en hersteltijd) voor weersextremen. Inzicht in deze coherentie is belangrijk om vast te stellen aan welke parameters het beste gemeten kan worden om de kwetsbaarheid, dan wel veerkracht van een bodem in beeld te brengen.
  • In de literatuurstudie hebben we ons vooralsnog vooral beperkt tot de bodemindicatoren uit de BLN (m.u.v. aggregaatstabiliteit). De BLN heeft echter meer de focus op het monitoren van trends en niet op de kwetsbaarheid als gevolg van weersextremen. Missen we hierdoor belangrijke indicatoren die kwetsbaar zijn voor deze extremen én die goed te meten zijn?
  • Het onderzoek laat eveneens zien dat de managementpraktijk grote invloed heeft op de hersteltijd van bodemindicatoren. Daarmee is de mate van kwetsbaarheid van een specifieke indicator niet éénduidig en sterk afhankelijk van de praktijksituatie (gewas, bodembewerking, bedrijfsvoering, ...).

In 2023 willen we onze literatuurstudie vervolgen, waarin we ingaan op de samenhang tussen fysische, chemische en biologische indicatoren en op de kwetsbaarheid van bodemindicatoren die niet zijn meegenomen in de BLN. Tevens zal een veldonderzoek worden voorbereid (met Go/Nogo-besluit in juli 2023) die in 2024 wordt opgestart en ons helpt in het toetsen van de opgestelde hypothesen en in het kwantificeren van de effectiviteit van kansrijke adaptieve maatregelen voor het toewerken naar een veerkrachtige bodem.

Publicaties