
category_news
Praktijkvoorbeelden tonen de weg naar rendabel anders boeren
Wageningen Social & Economic Research onderzoekt sinds 2018 bij veertig pioniers in de akkerbouw, veeteelt en andere opengrond bedrijven of regeneratief boeren een rendabel verdienmodel kan opleveren. Onderzoeker Mark Manshanden: “Dit is essentieel om deze vorm van landbouw een serieuze kans te geven om op grotere schaal toegepast te worden: van nichemarkt naar systeemverandering.”
Regeneratieve landbouw is een manier van boeren die gericht is op het herstel en de versterking van de bodem, ecosystemen en biodiversiteit, kortom: de levende bodem. Waar biologische landbouw inmiddels breed erkend is en gecertificeerd wordt via keurmerken als Biologisch of biologisch dynamisch, staat regeneratief boeren nog in de kinderschoenen.
Volop in ontwikkeling
Manshanden: “In ons onderzoek, waarbij overigens ook mijn collega’s Harry Kortstee en Hilde van den Hoorn bij zijn betrokken, draait het om innovatie in de landbouw en het vinden van rendabele praktijkvoorbeelden. Naar schatting zal het minimaal vijf tot tien jaar duren voordat een aanpak van regeneratief boeren uitgroeit tot een volwaardig marktconcept. Doordat de kosten en baten die gepaard gaan met de transitie naar regeneratief boeren, is het voor investeerders, zoals banken risicovol om nu al financiële ondersteuning te bieden.”
Een eerste verkenning naar anders boeren laat zien dat de overgang van gangbare naar regeneratieve landbouw volop in ontwikkeling is. Boeren willen logischerwijs snel resultaat zien van hun inspanningen. Hilde van den Hoorn: “Toch is het meten van effecten vaak ingewikkeld. Regeneratieve landbouw is geen vastomlijnd concept, waardoor het lastig is om uniforme en betrouwbare meetmodellen te ontwikkelen.”
Manshanden: “Ook de dataverwerking en -opslag zijn nog uitdagingen. Bij sommige bedrijven wordt het kasboek nog met de hand bijgehouden; daar is eerst digitalisering nodig. Wel kunnen we de resultaten goed kwalificeren aan de hand van uitkomsten. Bijvoorbeeld: wat spoelt er uiteindelijk uit naar het oppervlaktewater?”
Onderzoek in de praktijk
Veertig boeren zijn binnen de projecten begonnen met of hebben vervolgstappen gezet in de ontwikkeling van een regeneratieve bedrijfsvoering. De groep is divers, met uiteenlopende startpunten en motivaties. De deelnemers ontvingen begeleiding bij het opstellen van een bedrijfsontwikkelplan, inclusief een passend meetprotocol.

Manshanden: “De ene boer ziet het als rentmeesterschap: het bedrijf in betere staat doorgeven aan de volgende generatie. Een ander wil de biodiversiteit versterken of bijdragen aan maatschappelijke doelen. Wat hen bindt, is hun ambitie en het feit dat ze nog lang niet denken aan stoppen.”
Hij vervolgt: “In het onderzoek hebben we gekeken naar zowel de kosten en baten van als de obstakels en kansen bij de toepassing van deze landbouwvorm. Een belangrijke les uit het project: laat succesvolle en rendabele voorbeelden zien. Door innovaties en slimme marktstrategieën te tonen, kunnen regeneratieve praktijken economisch aantrekkelijker worden voor meer boeren.”
ReGeNL
De inzichten uit het onderzoek krijgen een vervolg in het Groeifondsproject ReGeNL. Dit is een transitieprogramma dat de Nederlandse landbouwsector wil omvormen tot een regeneratieve, duurzame en toekomstbestendige sector. Het programma is een samenwerking van 54 organisaties, waaronder Wageningen University & Research.
Tussen nu en 2030 starten binnen ReGeNL duizend boeren met de omschakeling naar regeneratieve landbouw, ondersteund door een positieve businesscase. Daarmee moet het programma een toonaangevend voorbeeld worden – in Nederland én internationaal.
Regeneratieve landbouw is een inspirerend voorbeeldproject binnen de campagne Dit is Wageningen Social & Economic Research. Het laat zien hoe landbouw niet alleen duurzaam, maar ook herstellend en toekomstgericht kan zijn. Want regeneratieve landbouw is er:
Voor landbouw – door bodems te herstellen, biodiversiteit te versterken en veerkrachtige productiesystemen op te bouwen.
Voor voedselsystemen – door eerlijk, gezond en voedsel te produceren met respect voor mens en natuur.
Voor maatschappelijke & economische verandering – door boeren en gemeenschappen centraal te stellen in een transitie naar een eerlijker, gezonder en klimaatvriendelijker voedselsysteem.