category_news

Petitie voor ondersteuning en aanscherping voorstel EU-bodemwet

Gepubliceerd op
23 oktober 2023

Bodemwetenschappers van WUR nemen het initiatief voor een reactie op het voorstel voor de EU-bodemwet. Ze vinden brede steun onder wetenschappers van WUR en daarbuiten. Fenny van Egmond: ‘Mooi dat er nu eindelijk een voorstel ligt, maar de wet mag wat ons betreft nog wel scherper.’

Op 5 juli 2023 presenteerde de Europese Commissie een voorstel voor een wet die de gezondheid van de bodem in Europa moet verbeteren. Dat was een moment waar WUR-onderzoekers, die input leverden voor de wet, lang op gewacht hadden. Ze pleiten al jaren voor wetgeving om de bodemgezondheid te verbeteren, wat belangrijk is voor het functioneren van ecosystemen en de landbouw. Wetgeving is hard nodig, want naar schatting 60 tot 70 procent van de Europese bodems is in slechte staat. De biodiversiteit en de vruchtbaarheid van die bodems blijven achteruit gaan, ondanks inspanningen die her en der gaande zijn om de bodemgezondheid te verbeteren.

Wageningse bodemonderzoekers, onder wie Rachel Creamer, Liesje Mommer en Fenny van Egmond zijn blij dat het voorstel op tafel ligt. Van Egmond: ‘Het is positief dat steeds meer mensen vinden dat er iets moet gebeuren om de bodemgezondheid te verbeteren.’ Maar er is ook kritiek vanuit de wetenschap: het voorstel moet worden aangescherpt om de bodems daadwerkelijk te beschermen.

Het huidige wetsvoorstel zet vooral in op gestandaardiseerde regelmatige dataverzameling in alle landen, dus meer meetpunten en onderzoek naar de indicatoren voor een gezonde bodem. Over vijf jaar wil de Europese Commissie de wet evalueren en de conclusies uit alle gegevens en de laatste wetenschappelijke inzichten meenemen voor aanscherping van het beleid.

Roep om meer regelgeving

Toch vinden Creamer, Mommer en Van Egmond dat het voorstel daarmee niet ver genoeg gaat. ‘Wij hoopten op meer ambitie’, zegt Van Egmond. Ze kregen bijval van andere Europese en WUR onderzoekers en besloten een gezamenlijke reactie naar Brussel te sturen. Dit najaar verzamelt de Europese Commissie namelijk feedback om mee te nemen in het definitieve wetsvoorstel. De stemming is volgend jaar.

‘In onze gezamenlijke reactie zijn we niet op alle details van de wet ingegaan, maar hebben we vooral aanbevelingen gedaan waar we allemaal achter staan’, legt Van Egmond uit. De wetenschappers stellen in hun Scientific Response Letter verbeteringen voor in de metingen voor bodemgezondheid, voor beter advies en ondersteuning bij bodembeheer en -beleid en een aantal suggesties om vervuiling - en de risico’s daarvan - beter te beoordelen. WUR stuurt daarnaast nog meer gedetailleerde feedback naar Brussel.

Brede steun wetenschappers

Nu verzamelt een groep WUR onderzoekers handtekeningen binnen en buiten WUR en via hun netwerk van bodemwetenschappers om hun Scientific Response Letter kracht bij te zetten. De actie levert veel e-mails en persoonlijke berichten met steunbetuigingen op, ziet Van Egmond. Onder de petitie staan inmiddels tientallen handtekeningen en dat aantal loopt nog op. ‘Deze wet is niet alleen voor bodemwetenschappers van belang, maar ook voor onderzoekers op het gebied van water, landbouw, beleid, biodiversiteit, bosbouw en landinrichting.

Eind oktober bieden Creamer, Mommer en Van Egmond namens alle ondertekenaars hun Scientific Response Letter aan bij de Europese Commissie. Dan is het afwachten hoe de wet er uiteindelijk uit komt te zien na alle onderhandelingen en inspraak. Op dit moment hoopt Van Egmond echter vooral op zoveel mogelijk steun uit de wetenschap. ‘De afgelopen jaren hebben we het in Europa niet voor elkaar gekregen om de bodem weer gezond te maken. We doen het redelijk, maar er mag nog wel een schepje bovenop. Ik hoop daarom echt dat de wet door het Europees Parlement komt en dat onze feedback wordt meegenomen’. Mommer vult aan: ‘Dat is de rol van wetenschap in tijden van maatschappelijke transitie: zorgen dat de nieuwste wetenschappelijke kennis wordt gebruikt voor effectieve wet- en regelgeving, in dit geval voor bescherming van de bodem.’