category_news

Nederland moet leren leven met vuur

Gepubliceerd op
7 april 2025

In Nederland komen natuurbranden steeds vaker voor. Soms zijn ze groot en moeilijk te stoppen. Toch wordt het risico nog vaak onderschat. Volgens expert Cathelijne Stoof van Wageningen University & Research (WUR) moeten we – net als met water – ook leren leven met vuur. Daarvoor hebben we internationale kennis nodig.

Een paar jaar geleden, april 2020, moest zelfs een dorp worden ontruimd door branden die dagenlang duurden. Veel mensen waren verrast, maar deze branden kwamen niet zomaar uit het niets. Door klimaatverandering wordt het warmer en droger, en daardoor groter de kans op brand.

Stoof: “In Noordwest-Europa, zoals in Nederland, is de kennis en voorbereiding op natuurbranden nog erg beperkt. Dat is gevaarlijk. De grote branden in 2020 in de Deurnese Peel en De Meinweg waren een waarschuwing. Ze laten zien dat er veel meer nodig is om rampen te voorkomen.”

Waarom voorjaar zo risicovol is

De meeste natuurbranden in Nederland gebeuren in het voorjaar. In de zomer is alles groen en vochtig, maar in het voorjaar zijn planten nog droog. Een paar weken zonder regen en een beetje wind is genoeg om een brand snel te laten verspreiden. Door droogte van voorgaande jaren liggen er ook veel dode planten in de natuur.

Gelukkig zijn de meeste branden klein en wordt er snel op gereageerd. Maar omdat Nederland zo dichtbevolkt is, kan ook een kleine brand veel schade aanrichten. Vuur kan ook via de lucht overslaan, zoals we zagen bij de vonkenregen tijdens de nieuwjaarsnacht in Scheveningen.

Nederland moet leren leven met vuur

In Nederland komen natuurbranden regelmatig voor. Soms zijn ze groot en moeilijk te stoppen. Toch wordt het risico nog vaak onderschat. Volgens Stoof moeten we – net als met water – ook leren leven met vuur. Met de brand die op 3 april plaatsvond op de Edese heide zijn de acht punten die Stoof in 2020 na de branden in de Deurnese Peel en de Meinweg benoemde, weer heel actueel. Intussen zijn er stappen gezet. Desondanks blijven de punten relevant.

1. Leg vast hoeveel branden er zijn

We hebben goede gegevens nodig: waar brandt het, wanneer, hoe vaak, en wat is de schade? Op dit moment zijn die cijfers onvolledig. Brandgegevens moeten wettelijk worden vastgelegd, net zoals bij landbouw- of coronastatistieken. Alleen dan kunnen we zien of het probleem groeit.

2. Onderzoek hoe branden ontstaan

De meeste natuurbranden ontstaan door mensen – per ongeluk of expres. Bliksem veroorzaakt hier zelden brand. Door te weten wat de oorzaak is, kun je betere voorlichting geven of brandstichters opsporen. Er zijn al speciale onderzoeksteams, maar die worden nog te weinig ingezet.

3. Houd rekening met brand bij het inrichten van natuur en woongebieden

De snelheid waarmee brand zich verspreidt, hangt af van hoe het landschap eruitziet. Een brand begint altijd op de grond, maar als er een 'ladder' van struiken of takken is, kan het vuur omhoog naar de boomtoppen – en dan is het niet meer te stoppen. Daarom moeten op slimme plekken struiken worden verwijderd of open stroken worden aangelegd. Dat helpt branden vertragen.

Brandgevaar speelt niet alleen in natuurgebieden, maar ook in woonwijken, parken, campings en tuinen. Alles wat groen is, kan in brand vliegen.

4. Verander de manier van brandbestrijding

Natuurbranden zijn anders dan huisbranden. Ze verplaatsen zich snel door wind, terrein en planten. In andere landen zijn er speciale brandweerteams voor natuurbranden. Zij werken vaak met handgereedschap, en bestrijden brand niet alleen met water, maar ook met slimme tactieken zoals gecontroleerde brandgangen of tegenvuur.

In Nederland is deze aanpak nog nieuw, maar belangrijk. Grote brandweerwagens werken niet goed in de natuur. Luchtsteun (zoals blusvliegtuigen) kan helpen, maar heeft veel beperkingen. Investeren in goed getrainde grondteams is daarom hard nodig.

5. Geef voorlichting en onderwijs

Mensen moeten weten wat ze kunnen doen om brand te voorkomen of zich te beschermen. Kleine acties kunnen al helpen: blaadjes uit de dakgoot halen, dode planten wegdoen, geen houtsnippers vlak bij je huis gebruiken. Ook tijdens een brand is kennis belangrijk: moet je evacueren of juist binnen blijven?

Zorg dat bewoners, scholen, beheerders en hulpdiensten allemaal dezelfde basiskennis hebben – liefst gebaseerd op internationale ervaringen. Ook gecontroleerde branden, als het veilig is, kunnen helpen om te oefenen en brandgevaar te verminderen.

6. Zorg voor duidelijke taken en samenwerking

Bij waterbeheer is Nederland wereldwijd bekend om zijn goede samenwerking. Dat moeten we ook bij vuur gaan doen. Brandbestrijding is niet alleen iets voor de brandweer. Ook gemeentes, natuurbeheerders, provincies, recreatieorganisaties en zelfs verzekeraars spelen een rol. Nu zijn de taken nog onduidelijk. Welke minister is verantwoordelijk? Wat doen gemeentes en provincies? En hoe werk je samen met buurlanden als een brand de grens over gaat?

7. Leer van andere landen

We hoeven het wiel niet opnieuw uit te vinden. Landen als Spanje, Italië en Griekenland hebben veel ervaring met natuurbrand. Zelfs Zweden en het Verenigd Koninkrijk werken al samen met experts uit Zuid-Europa. Nederland kan en moet van die kennis gebruikmaken.

8. Leer leven met vuur

Vuur is niet altijd slecht. Sommige planten hebben vuur of rook nodig om te groeien. En gecontroleerd vuur kan helpen om bossen gezond te houden en brandgevaar te verkleinen. In de VS zien ze nu dat jarenlange onderdrukking van vuur juist leidt tot grotere branden, omdat er te veel brandbaar materiaal blijft liggen.

Natuurbranden zullen vaker voorkomen – ook in Nederland. We moeten ons daarop voorbereiden, ons landschap aanpassen, en leren omgaan met vuur.