category_news
Margreet van Zanten benoemd tot buitengewoon hoogleraar Emissie, dispersie en depositie van atmosferische stoffen
De Raad van Bestuur heeft Margreet van Zanten benoemd tot buitengewoon hoogleraar Emissie, dispersie en depositie van atmosferische stoffen. Haar onderzoek zal zich enerzijds richten op de neerslag van stikstof en anderzijds op het steeds preciezer voorspellen en registreren van de uitstoot van broeikasgassen en luchtvervuilende stoffen.
Als tiener was Margreet van Zanten al gefascineerd door wat er aan de lucht gebeurde. Iedere dag maakte ze een notitie van de temperatuur en het weer. Toen ze voor het eerst een regenboogachtige vlek bij de zon waarnam— een zogeheten bijzon—kon het niet bij dataverzameling blijven. ‘Tegenwoordig zou je zoiets googelen, maar ik heb de encyclopedie van mijn ouders door gevlooid. Ik moest weten wat het was. Wat gebeurde er daar in de lucht?’ In de krant las de jonge Van Zanten dat ze meteorologie kon studeren—een uitkomst. ‘Ik kon me gaan verdiepen in de onderwerpen die me al in hun greep hadden.’
Jeugdige fascinatie groeide uit tot een wetenschappelijke carrière. Van Zanten deed na haar studie en promotie aan de Universiteit Utrecht postdoctoraal onderzoek in Los Angeles en bij het KNMI. Daarna is ze als senior onderzoeker bij het RIVM aan vragen over stikstof en ammoniak gaan werken. Van Zanten is per 1 februari benoemd tot buitengewoon hoogleraar Emissie, dispersie en depositie van atmosferische stoffen bij Wageningen University & Research (WUR).
Data-analyse en modelleren
‘Om de juiste beslissingen te nemen op het gebied van de uitstoot van broeikasgassen en stikstof, zijn goede metingen en accurate modellen essentieel,’ vertelt prof. dr. Van Zanten. ‘Enerzijds hebben we de beste data over onze huidige situatie nodig en anderzijds willen we de impact van maatregelen kunnen inschatten. De wisselwerking tussen het analyseren van data en modelleren van de werkelijkheid loopt als een rode draad door mijn carrière,’ vertelt prof. dr. Van Zanten, die als hoofd van de Emissieregistratie bij het RIVM al meer dan 15 jaar met deze onderwerpen bezig is.
‘Een model kan, op basis van emissiegegevens, de concentraties van stoffen in de atmosfeer berekenen,’ vertelt Van Zanten. ‘Door die te vergelijken met de concentraties die lokaal of door middel van satellieten gemeten worden, leren we meer over zowel onze atmosfeermodellen als onze schattingen van de emissies. Als we beleidsmakers de juiste handvatten willen bieden, hebben we de beste kennis nodig.’
Tussen wetenschap en maatschappij
Van Zanten wil zich in het bijzonder verdiepen in de neerslag van stoffen. ‘Daarover is nog veel onbekend. We weten dat stikstofdioxide en ammoniak uit de atmosfeer neerslaan op het aardoppervlak, maar we weten nog niet zo goed hoe. Die kennis kan toekomstig beleid op een betere manier onderbouwen.’ Van Zanten wil vanuit haar nieuwe rol een verbindende kracht zijn tussen het fundamentele onderzoek van WUR en de toepassingen van het RIVM ten behoeve van de maatschappij. ‘Wat kan het RIVM leren van de manier waarop WUR met deze vragen omgaat?’
CV
2024-nu | Hoogleraar Emissie, dispersie en depositie van atmosferische stoffen (WUR) |
2021-2024 | Gastdocent Meteorologie en Luchtkwaliteit (WUR) |
2008-nu | Senior onderzoeker (RIVM) |
2005-2008 | Postdoctoraal onderzoeker (KMNI) |
2000-2004 | Postdoctoraal onderzoeker (Universiteit Utrecht/University of California) |
1995-1999 | PhD (Universiteit Utrecht) |