category_news

‘Inzetten op voedselautonomie betekent dat Europa minder afhankelijk moet worden van soja en kunstmest’

Gepubliceerd op
20 mei 2025

Joost de Laat, directeur van WUR Social Sciences Group en spreker tijdens F&A Next, wil weerbare voedselsystemen ontwikkelen.

De coronacrisis, de oorlog in Oekraïne en de klimaatverandering hebben de afgelopen jaren bijgedragen aan het inzicht dat onze voedselvoorziening afhankelijk is van factoren die we niet altijd in de hand hebben. Daar komen de huidige geopolitieke spanningen en de handelsmaatregelen vanuit de VS nog eens bij, zegt Joost de Laat, directeur van WUR Social Sciences Group. ‘Daarom moeten we kijken hoe we ons voedselsysteem weerbaarder kunnen maken, zodat we schokken in de internationale politiek en handelsketens beter kunnen opvangen.’

De Laat spreekt op 21 mei over voedselautonomie op de tiende editie van F&A Next, de jaarlijkse internationale agrifood innovatiebijeenkomst in Wageningen.

Wat betekent voedselautonomie in de praktijk?

‘WUR heeft in 2013 al eens onderzocht wat voedselautonomie voor Nederland betekent. De centrale vraag toen was: produceren we in Nederland voldoende calorieën om de bevolking te voeden? Het antwoord toen was: ja. Maar dan verandert ons dieet wel drastisch. Zonder import en export van voedsel eten we bijvoorbeeld minder graan, meer aardappels, minder rundvlees en meer kip.’

‘Kijk je naar de EU, dan zijn we grotendeels zelfvoorzienend. We produceren in Europa voldoende basisbestanddelen van onze voeding, we hebben alleen geen koffie, avocado’s en bananen meer. Dat valt redelijk te overzien. Belangrijk knelpunt is dat we afhankelijk zijn van de import van soja voor onze veehouderij. Om de toevoer van veevoer veilig te stellen, zouden we meer soja en sojavervangers in de EU moeten produceren, en natuurlijk minder rundvlees consumeren.’

Dus qua voeding zijn we voldoende voedselautonoom, maar qua grondstoffen niet?’

Klopt, we zijn niet alleen afhankelijk van soja, maar ook bijvoorbeeld van kunstmest van buiten de EU. De Europese landbouw importeert nu veel kunstmest uit Rusland en Wit-Rusland en dat is om geopolitieke redenen kwetsbaar en ongewenst. Ook is de land- en tuinbouw nog afhankelijk van fossiele brandstoffen, zoals diesel voor de tractoren en gas voor de tuinbouwkassen. De energietransitie verloopt best snel, niet alleen in Europa maar ook in China en ik ben ervan overtuigd dat de VS – ondanks Trump’s beleid - op termijn zal volgen. De vervanging van fossiele energie door hernieuwbare energie is juist een maatregel om de klimaatverandering te beperken en daarmee de voedselzekerheid te versterken.’

‘Maar we moeten ook nadenken over onze consumptie in het kader van voedselautonomie. We kunnen minder afhankelijk worden van soja-import als we minder dierlijke eiwitten en meer plantaardige eiwitten gaan eten, dus ook de eiwittransitie is goed voor onze voedselautonomie. In dit kader is het ook belangrijk om de voedselverspilling tegen te gaan. Hoe meer van onze voedselconsumptie afkomstig is uit lokale voedselketens in Europa, hoe beter.’

Er blijft handel. Waar begint voedselautonomie en eindigt de wereldhandel?

‘Er zullen altijd afhankelijkheden blijven, handel en internationale samenwerking zullen blijven. Ik denk dat we moeten inzetten op vergroting van de voedselautonomie op EU-niveau. Dat betekent dat we goede relaties met onze buurlanden moeten houden en dat we bijvoorbeeld aardappelen en vlees blijven exporteren naar onze buurlanden in ruil voor graan, zonnebloemolie en wijn. Dat betekent ook dat we een gezamenlijke voedselvisie voor Europa nodig hebben. Daarbij is het juist belangrijk dat Nederland ook andere producten produceert dan bijvoorbeeld Frankrijk, dus dat we elkaar aanvullen voor een gevarieerde en robuuste voedselvoorziening.’

In beleidsdiscussies wordt voedselautonomie geregeld tegenover duurzame landbouw geplaatst; hoe zie jij dat?

‘Volgens mij is dit een schijntegenstelling. Zowel uit het oogpunt van voedselautonomie als klimaat en natuur is het verstandig om de import van soja en fossiele energie te verminderen en kunstmest op termijn te vervangen door biologische alternatieven. Bij het zoeken van alternatieven, als we meer duurzame energie en veevoer in Europa willen produceren, moeten we natuurlijk ook kijken naar de economische aspecten. Ik was onlangs in Brussel voor een conferentie over de visie op voedsel and landbouw in Europa en daar benadrukte menig deelnemer dat we als Europa naar de voedselkwaliteit in brede zin moeten kijken. Dus niet alleen voldoende voedsel, maar ook divers voedsel, van goede kwaliteit, goed voor milieu en klimaat en sociaal duurzaam.’

Dat vergt eenduidig beleid.

‘Er lopen op dit moment belangrijke discussies over de nieuwe Europese landbouwvisie. Boeren krijgen nu vooral betaald per hectare, waarbij je schaalvoordeel beloont, maar je kunt boeren ook belonen voor landschap en biodiversiteit, ook op kleinere schaal. Ook wordt er gekeken naar de demografie in de landbouw; we hebben veel oude boeren en het is lastig voor jonge mensen om boer of tuinder te worden. Dus moeten we wat mij betreft ook nadenken over financiële prikkels voor jonge boeren, als dat bijdraagt aan de diversiteit en weerbaarheid van onze voedselsector. Bij voedselautonomie gaat het niet alleen om het produceren van voedsel, maar ook om energie en sociale aspecten. Er is een systeemaanpak nodig.’

Wat versta je onder zo’n systeemaanpak?

‘Om te beginnen: er zijn veel voedselsystemen, ketens met eigen inputs, producten, risico’s en consumenten. Er is dus niet 1 oplossing, het gaat om diverse voedselsystemen. Beleidsmakers hebben dan de neiging om snel specifiek te worden en aan te haken bij een specifieke deelsector, maar we moeten in mijn ogen beginnen met een brede blik. Dat is ook de rol van WUR; een brede blik geven op onze voedselsystemen en daarbij dilemma’s benoemen waar politieke keuzes voor nodig zijn. Die dilemma’s heeft WUR ook beschreven, eerst voor de Nederlandse landbouw, daarna voor het Europese landbouwbeleid.’

‘Daarnaast blijft er specifieke kennis nodig over de deelsectoren. Dan kun je denken aan onderzoek naar klimaat-neutrale teelt van gewassen, hoe we de logistiek van voedsel diverser kunnen inrichten, hoe we natuur-inclusieve landbouw kunnen beprijzen en wet- en regelgeving kunnen aanpassen. Daarbij moeten we wel blijven beoordelen of dat deelonderzoek in het brede plaatje past van waar we heen willen met de Europese voedselsystemen.’

Waarom komt voedselautonomie aan bod bij F&A Next, waar technologie, innovatie en startups centraal staan?

‘Onderzoekers en innovatieve ondernemingen spelen een belangrijke rol in het ontwikkelen van kennis en het realiseren van duurzame en innovatieve oplossingen die écht het verschil maken. Ook het ontwikkelen van vernieuwende denkwijzen en het opleiden van jong talent zijn essentieel, zodat ook de volgende generatie vernieuwers met een frisse blik en nieuwe ideeën met die uitdagingen aan de slag gaat en kan bijdragen aan een betere wereld. Daarom brengt F&A Next startups, investeerders, industrie en wetenschap bij elkaar om ideeën uit te wisselen, verbindingen te leggen en samen te bouwen aan innovatieve oplossingen. Want ja, voedselsystemen zijn complex. Maar vernieuwing begint vaak klein: met lef, visie en samenwerking.’