category_news

Geslaagd minisymposium PPS Ruwvoer, Bodem en Kringlooplandbouw

Gepubliceerd op
7 december 2021

Op 25 november 2021 vond online het eerste minisymposium plaats voor de PPS Ruwvoer, Bodem en Kringlooplandbouw (2020-2023). Tijdens deze dag bespraken de partners van het consortium de eerste resultaten van het onderzoek vanuit de verschillende werkpakketten.

Via het online-event (in plaats van de geplande fysieke bijeenkomst) sloten zo’n zeventig deelnemers aan vanuit de diverse betrokken partijen. Het merendeel van de deelnemers kwam uit het bedrijfsleven, gevolgd door onderzoekers en adviseurs. De overige deelnemers waren mensen uit de praktijk, belangenbehartigers en medewerkers van de overheid.

PPS helpt met het doorontwikkelen van het vakmanschap van de boer
Jos Verstraten, praktiserend veehouder en LTO-bestuurder

Programmaleider en dagvoorzitter Gert van Duinkerken introduceerde het onderzoeksprogramma en gaf kort weer welke onderwerpen op deze kennisdag op het interactieve programma stonden. Frank Kooiman, manager Directie Plantaardige Agroketens en Voedselkwaliteit bij het Ministerie van LNV, noemde o.a. dat het beleid dat LNV voert, stoelt op een wetenschappelijke onderbouwing. Hier ontstaat soms wat spanning; vanuit wetenschappelijk perspectief zou je het liefst langjarig onderzoek doen, terwijl vanuit het beleid en de uitdagingen van nu er soms haast is om snel tot maatregelen te komen. Er zit dus een uitdaging om een balans te vinden tussen aan de ene kant een goede onderbouwing van wat je doet en aan de andere kant het tempo wat maatschappelijk en politiek gezien soms verlangd wordt. Een PPS zoals Ruwvoer, Bodem & Kringlooplandbouw, waarbij veel praktijkonderzoek plaatsvindt, kan heel goede input leveren om relatief snel, maar wel goed onderbouwd tot beleidsmaatregelen te komen.

Frank Kooiman: "Het symposium is uitermate actueel gepland; de landbouw staat duidelijk op een keerpunt. Als je kijkt naar de problematiek die er is qua waterkwaliteit, stikstof, klimaat... Dat zijn enerzijds grote uitdagingen, maar de landbouw biedt ook kansen op oplossingen. We staan aan de vooravond van de publicatie van het zevende actieprogramma nitraatrichtlijn, dat sterke raakvlakken heeft met wat er in deze PPS wordt onderzocht. Als ministerie zijn we er dan ook nauw bij betrokken. We laten ons graag voeden met uitkomsten van onderzoek. 

Vervolgens waren er drie workshoprondes vanuit de drie werkpakketten ‘Grasland’, ‘Mais en andere voedergewassen’ en ‘Duurzaam bouwplan’.

Grasland

Nick van Eekeren en Herman de Boer presenteerden twee van de zes deelprojecten van het werkpakket grasland. In het kader van behoud van de botanische samenstelling liet Herman de Boer de resultaten zien van een vierjarig onderzoek naar doorzaaien van Engels raaigras. Hij besprak de drie stappen voor succesvolle doorzaai. Eggen is voldoende effectief om ruw beemdgras te bestrijden, eggen in combinatie met doorzaai zorgt voor toename van Engels raaigras. Volledige conclusies verschijnen binnenkort in het Rapport getiteld “Doorzaaien met Engels raaigras ter vervanging van ruwbeemdgras in grasland op kleigrond”. Toepassing van zeoliet vraagt nog verdieping van het onderzoek, voorlopige conclusies zijn: toepassing van zeoliet liet geen lagere nitraatuitspoeling zien en in een droog groeiseizoen kan op grasland de nitraatuitspoeling uit rundveedrijfmest lager zijn dan uit KAS.

Mais

Vanuit het werkpakket ‘Mais en andere voedergewassen’ gaven Herman van Schooten en Hilfred Huiting een toelichting op drie van de zes deelprojecten. Over de meerjarige vergelijking van duurzame teeltsystemen die vorig jaar is gestart zijn nog geen harde uitspraken te doen. Opbrengstverschillen lijken gering, waarbij van het systeem waar een deel van de drijfmest is vervangen door compost in 2021, de opbrengst iets lager was. Naast het koude voorjaar speelt hier ook de termijn waarop nutriënten vrijkomen uit compost mee. Komende jaren hopen we meer effecten van de verschillende systemen op de bodemkwaliteit te kunnen laten zien.

Ritnaaldschade lijkt bij continuteelt van mais toe te nemen. Voldoende beperken van ritnaaldschade zal om een combinatie van maatregelen vragen. Het onderzoek dat in 2021 is gestart geeft nog geen eenduidig advies.

Tijdig vernietigen van het vanggewas is belangrijk voor een goede benutting van de vastgelegde nutriënten, eerste indicatie is dat het geen verschil geeft of dit met een intensieve mechanische bewerking (frees) of met glyfosaat gebeurt.

Duurzaam bouwplan

Rommie van der Weide, Marcia Stienezen en Jos Verstraten behandelden het werkpakket ‘Duurzaam bouwplan’. De deelnemers werden meegenomen in wat de bewegingsvrijheid is bij meer eiwit van/uit eigen land en bij meer opslag van koolstof in de bodem. Gras bemest met organische mest resulteert in de hoogste organische stof in de bodem. Mais in vruchtwisseling (met gras) gaf een hogere opbrengst en meer organische stof in de bodem dan in een monocultuur mais. Minder intensieve grondbewerking zorgt voor minder afbraak van organische stof.

De resultaten van onderzoek in Vredepeel, waar verschillende ruwvoeder gewassen werden geteeld, werden gepresenteerd. De in het najaar na mais ingezaaide mengteelten met vlinderbloemigen, werkten voldoende als vanggewas voor de N mineraal. Dit biedt een mogelijkheid voor een hogere eiwitproductie.

Samenwerking op gebiedsniveau is een stap in de goede richting
Annet Zweep (LNV, Directie Strategie, Kennis en Innovatie)

Reflectie op de dag

Als laatste onderdeel van het symposium vroeg Gert van Duinkerken om een reflectie op de dag: Jos Verstraten (praktiserend veehouder en LTO-bestuurder) namens de praktijk, Annet Zweep (LNV, Directie Strategie, Kennis en Innovatie) vanuit de publieke kant van het ministerie van LNV en John Verhoeven (WUR-programmaleider en onderzoeker) namens het onderzoek.

Jos Verstraten gaf aan dat het onderzoeksprogramma en de gepresenteerde onderzoeken goed de integraliteit van bepaalde zaken naar voren haalt. “De PPS helpt met het doorontwikkelen van het vakmanschap van de boer. Het onderzoek geeft ook aan dat sommige vanuit het beleid opgestelde milieueisen tegengesteld kunnen werken.”

Annet Zweep viel het op dat hoe meer er onderzocht wordt, hoe meer vragen er rijzen. Uit de presentaties komt volgens haar de complexiteit van de diverse teelten en de kennis die ervoor nodig is naar voren. “Er is veel kennis nodig om aan al de opgaven die we hebben te voldoen en om ook de agrarisch ondernemers een goede boterham te kunnen laten verdienen. Samenwerking op gebiedsniveau is een stap in de goede richting.”

John Verhoeven beaamde dat er steeds nieuwe vragen opborrelen, hierbij is het ook belangrijk om resultaten uit eerder en ander onderzoek te kijken. “Belangrijke taak van het onderzoek is objectief en onafhankelijk onderzoek waarbij linken leggen tussen diverse onderzoeksprogramma’s belangrijk is. Heldere communicatie van de uitkomsten is belangrijk.” Verhoeven benadrukte het belang in de PPS van de samenwerking met beleid en bedrijfsleven. “Zodat op alle vlakken meegedacht wordt over hoe kennis en kunde vanuit de praktijk hun inbreng vinden en hoe de ontwikkelde kennis aansluit bij de praktijk.”

Tevreden

De organisatie kijkt terug op een goedbezocht en geslaagd symposium. Er werd actief aan de verschillende sessies meegedaan en iedereen kon vragen stellen of informatie toevoegen daar waar nodig.

De onderbouwing van de presentatie van werkpakket 1 vindt u in het bericht over nitraatuitspoeling. De presentaties uit de workshops van werkpakket 2 en 3 vindt u terug op edepot.