Interview

“De discussie over ruimtelijke inrichting zal komende jaren in alle hevigheid losbarsten”

De Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen is een samenwerkingsverband van achttien Gelderse gemeenten. Directeur Harriët Tiemens vertelt waarom zij en haar collega’s besloten een 2120-visie te ontwikkelen – en wat dat oplevert.

“In onze regionale agenda hebben we de ambitie opgenomen om verder in de toekomst te kijken. De vraag is natuurlijk: hoe doe je dat? Toen ik het WUR-verhaal over Nederland in 2120 zag, raakte ik geïnspireerd. We legden contact en samen kwamen we op het idee om ook een 2120-toekomstverkenning voor de Groene Metropoolregio Arnhem-Nijmegen te maken.

Onze regio bestaat uit een reliëf met stuwwallen én een bijzonder rivierengebied. Hoog en droog wonen kan op de Veluwe, maar dat gebied is nu beschermde natuur, terwijl in de rivierdalen veel mensen wonen. En juist daar wordt de kans op overstromingen steeds groter. Dus welke keuzes maken we?

Je moet goed nadenken waar je een woonwijk of bedrijventerrein laat bouwen, want je verplaatst ze niet zomaar. Laat staan wat ervoor nodig is als je een hele regio anders wilt inrichten. Wil je zulke grote transities goed begeleiden, dan moet je sowieso twintig, dertig jaar vooruitkijken, liefst nog langer.

Bij de totstandkoming van de visie was een brede groep bestuurders en beleidsmakers betrokken. Belangrijk, want alleen zo creëer je draagvlak voor een gezamenlijke visie. En juist doordat het document is voorbereid met veel verschillende partijen, kan iedereen makkelijker meegaan in de uitkomst.

We kunnen ons 2120-verhaal gebruiken om terug te redeneren: welke keuzes moeten we nu maken, zodat we er straks geen spijt van krijgen? Wat moeten we juist níét doen? We weten allemaal dat het rivierengebied natter wordt. Maar als je een landkaart ziet waarop de rivier een veel groter deel van de regio in beslag neemt, doet dat toch iets anders dan wanneer je het in een technisch rapport leest.

Ruimtelijke ordening is politiek altijd een beladen onderwerp. Het aardige van een eeuw vooruitkijken is dat de discussie een stuk minder bedreigend wordt. Door over 2120 te praten, hoop ik dat we het gesprek een beetje kunnen depolitiseren. Als iemand begint over een detail op de landkaart, is het prettig dat ik kan zeggen: dit beeld is niet letterlijk hè. Dus laten we het nou over het grote geheel hebben. We kunnen praten over de inhoud, zonder dat iedereen meteen in z’n emotie schiet.

De discussie over de ruimtelijke inrichting van onze regio zal komende jaren in alle hevigheid losbarsten, want we moeten op een heleboel terreinen in actie te komen. Nu al praten we volop over verstedelijkingsafspraken, regioarrangementen, omgevingsvisies. Dan is het mooi om zo’n 2120-rapport als onderlegger te hebben, zodat we bepaalde keuzes kunnen staven.”