Interview

Alles bij elkaar opgeteld

Onderzoek naar de effecten van windmolenparken zijn vaak sectorspecifiek. Ze houden geen rekening met het totale effect van alle menselijke invloeden, waaronder bijvoorbeeld ook visserij en vervuiling. Dat totale effect is soms meer dan de som der delen. Onderzoekers en beleidsmakers zouden er daarom op een meer geïntegreerde manier naar moeten kijken, betoogt Gerjan Piet.

“Mensen doen allerlei dingen op zee, en al die dingen samen hebben impact op het natuurlijke ecosysteem”, stelt Gerjan Piet van Wageningen Marine Research. Hij onderzoekt de zogeheten cumulatieve effecten van menselijk ingrijpen op de Noordzee: de optelsom van onder meer visserij, scheepvaart, aquacultuur, recreatie, vervuiling en windmolenparken. “De teneur is om te zeggen dat je daar integraal naar moet kijken”, zegt hij, “dus vanuit allerlei invalshoeken. Maar in de praktijk gebeurt dat nog veel te weinig. Over het algemeen kijken mensen nog altijd naar eventuele milieueffecten en beheer vanuit de afzonderlijke sectoren.”

Je moet de gevolgen van verschillende activiteiten en hun drukfactoren bij elkaar optellen.

Cumulatieve effecten

Het onderzoeken van cumulatieve effecten is een belangrijk onderdeel van een integrale benadering, stelt Piet. “Je moet de gevolgen van verschillende activiteiten en hun drukfactoren bij elkaar optellen”, zegt hij. Soms kunnen ze elkaar zelfs versterken. Dan spreken we van een synergistisch effect. Voorlopig bestaan er nog geen goede methoden om daaraan te rekenen. “Er bestaan al wel rekenmethoden voor cumulatieve effecten te berekenen. Daar wordt vooral elders in Europa mee gewerkt, maar in Nederland nog nauwelijks – hoewel daar met het Noordzeeakkoord hopelijk verandering in gaat komen.”

Piet noemt een voorbeeld van de complexiteiten rond cumulatieve effecten. Allereerst is er het feit dat een sector het ecosysteem op veel verschillende manieren kan beïnvloeden. Visserij beïnvloedt niet alleen de visstand, maar beroert ook de bodem en zorgt voor de introductie van afval in zee, waaronder plastic of visnetten. In visnetten kunnen zeezoogdieren verstrikt raken. Die effecten moet je optellen bij die van geluid als gevolg van de aanleg van windparken. Al die factoren hebben invloed op het ecosysteem van de Noordzee. “Het traditionele visserijbeheer was vooral gericht op de commerciële visbestanden, terwijl de offshore windsector alleen kijkt naar zijn eigen effecten”, zegt hij. “Daardoor mis je een deel van het verhaal.”

Aalscholvers in een windpark (foto: Steve Geelhoed)
Aalscholvers in een windpark (foto: Steve Geelhoed)

Daar bovenop komen dan ook nog eens de effecten van andere sectoren, zoals zandwinning, scheepvaart, recreatie, vervuilende industrie en landbouw. “Waar je dus naar moet kijken om bijvoorbeeld de gevolgen voor de biodiversiteit te begrijpen, is de optelsom van al die effecten”, zegt hij. “En dan ligt overal ook nog eens een sausje van klimaatverandering overheen. Daarom kunnen compenserende maatregelen nodig zijn, zoals een gesloten natuurgebied op zee, of de aanleg van kunstmatige riffen rond windmolenparken om de biodiversiteit te stimuleren.”

Grote database

Voor verschillende onderdelen van het ecosysteem brengen Piet en zijn collega’s zogeheten effectketens in kaart. “Het gaat om duizenden potentiële effecten”, zegt hij. “En voor elk daarvan moet je onderzoeken waar dat effect precies uit bestaat, hoe groot het is, en hoe het uiteindelijk bijdraagt aan de toestand van de Noordzee.”

Al met al levert al dit onderzoek een enorme database op, en vraagt het om doordacht datamanagement. Wetenschappers kunnen de data bijvoorbeeld op verschillende manieren ordenen en aan elkaar koppelen, om er vervolgens aan te rekenen.

Onze conclusies leveren dus niet per se beperkingen op, maar kunnen soms ook bijdragen aan mogelijkheden.

Kennis voor keuzes

Piet begrijpt de aarzeling bij de verschillende partijen als het gaat om een integrale benadering. “Het ís ook een enorm complexe materie”, zegt hij, “en mensen zijn gewend om enkel vanuit hun eigen vakgebied te denken. Maar we ontkomen er niet aan, als mensheid of als Nederland, om op een integrale manier naar het ecosysteem en naar natuurbescherming te kijken. De huidige problematiek is te complex om sectoraal op te lossen.”

Het is altijd een kwestie van geld en prioriteiten, merkt hij op. “De ontwikkelingen op de Noordzee gaan nu al razendsnel, en de komende tien jaar zal alles nog veel sneller veranderen”, zegt hij. “Op dit moment zijn we nog niet in staat dat proces voldoende te begeleiden. Daar is kennis voor nodig, die wij nu ontwikkelen.”

Wat er vervolgens met die kennis gebeurt, is een zaak van maatschappij en politiek. “Stel dat je ergens windmolens gaat neerzetten, hoe doe je dat dan, hoeveel en waar precies, en is daar dan ook plek voor visserij of aquacultuur, en hoeveel dan – die keuzes, daar zouden wij graag ondersteuning in bieden.”

Onderzoeker Gerjan Piet aan het werk
Onderzoeker Gerjan Piet aan het werk

Ruimte creëren

Piet is blij met het Noordzeeakkoord, waarin onderzoek en monitoring een belangrijke plek innemen. “Op dat vlak ben ik wel optimistisch”, zegt hij. “Je ziet dat het momentum aan het veranderen is. Ons onderzoek kan daarin een positieve rol spelen.”

Niet alleen om eraan bij te dragen dat de planning van activiteiten op zee gebeurt binnen de ecologische randvoorwaarden, voegt hij eraan toe. Het kan ook laten zien dat het aanpakken van die ene negatieve invloed ruimte kan creëren om een andere activiteit uit te breiden. “Net zoals in het stikstofdossier”, zegt Piet. “Onze conclusies leveren dus niet per se beperkingen op, maar kunnen soms ook bijdragen aan mogelijkheden. Dat is mooi, want uiteindelijk moeten we toch met elkaar een strategie verzinnen om duurzaam om te gaan met de Noordzee en alles wat die te bieden heeft.”