Nieuws

Organische-stofrijke meststoffen beoordelen op EOS, N-totaal en fosfaat

Gepubliceerd op
24 april 2019

WUR Open Teelten en NMI bevelen aan voor de beoordeling van organische-stofrijke meststoffen in het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn naast het gehalte effectieve organische stof en N-totaal ook fosfaat in de criteria op te nemen. Ook bevelen ze het risico van nitraatuitspoeling bij toepassing van bodemverbeteraars nader te onderzoeken.

In het 6e Actieprogramma Nitraatrichtlijn wordt voorgesteld om voor percelen met een hoge fosfaattoestand 5 kg fosfaat per hectare per jaar extra gebruiksruimte te geven om extra organische stof te kunnen aanvoeren. De eis daarbij is dat minimaal 20 kg fosfaat per hectare wordt toegediend in de vorm van mestsoorten die relatief veel bijdragen aan de organische stofopbouw in de bodem en een zo laag mogelijk risico op verlies van stikstof en fosfaat naar grond- en oppervlaktewater met zich meebrengen.

Het 6e actieprogramma noemt een hoog gehalte aan effectieve organische stof (EOS) en een hoge verhouding EOS/N-totaal als criteria voor meststoffen die in aanmerking komen als bodemverbeteraar om het organische stofgehalte in de bodem te verhogen. De verhouding EOS/P2O5 wordt niet als criterium genoemd, ervan uitgaande dat de beperkte hoeveelheid fosfaat die extra mag worden gebruikt, ertoe zal leiden dat wordt gekozen voor een organische-stofrijke meststof met een zo laag mogelijk fosfaatgehalte.

Binnen de PPS Beter Bodembeheer hebben WUR Open Teelten en NMI een deskstudie uitgevoerd waarin is nagegaan welke criteria geschikt zijn voor de classificatie van organische-stofrijke meststoffen. Hierbij is gekeken naar gehalten EOS, de verhouding tussen EOS en een aantal N-fracties en de verhouding tussen EOS en fosfaat.

De keuze voor organische-stofrijke meststoffen met een laag fosfaatgehalte, betekent niet automatisch dat daarmee ook het risico van nitraatuitspoeling laag is. Het kan leiden tot een hogere toediening van N-organisch en daarmee een potentieel hoger risico van nitraatuitspoeling. Dit risico wordt vooral bepaald door de organische gebonden stikstof die vrijkomt door mineralisatie in een periode dat er geen gewasopname is.

Evenwel is er nog veel onduidelijkheid over de mate waarin bodemverbeteraars bijdragen aan de nitraatuitspoeling. Resultaten van veldproeven duiden vooralsnog niet op meer nitraatuitspoeling bij toepassing van bodemverbeteraars. Er is nader onderzoek nodig om het risico van nitraatuitspoeling beter te kunnen aanduiden.
In de deskstudie is voorgesteld om voorlopig de volgende criteria te gebruiken voor de classificatie van organische stofrijke meststoffen in het 6de Actieprogramma:

  • een hoge EOS-aanvoer per kg N-totaal (EOS/N-totaal) en per kg fosfaat (EOS/kg P2O5),
  • of een hoge EOS-aanvoer per kg N-totaal per kg fosfaat (EOS/(N-totaal * P2O5))

De volledige resultaten van deze deskstudie zijn te vinden in het rapport Doorontwikkeling classificatieschema organische-stofrijke meststoffen.


Foto: een te lage organische-stofaanvoer leidt tot slechtere gewasgroeit en lagere opbrengsten.