Nieuws

Grondbewerking vermindert hoeveelheid schadelijke insecten en daardoor plantaantasting

Gepubliceerd op
2 februari 2015

Monsters voor de bepaling van plagen en hun tegenspelers zijn genomen in een meerjarige veldproef met mais in Lelystad met diverse grondbewerkingssystemen en tussengewassen. Hier betreft het continuteelt van mais waarbij de grondbewerkingssystemen al 5 jaar zijn toegepast.

Resultaten uit het onderzoek naar de invloed van teeltsystemen op plaagaantasting en insectenpopulatie laten zien dat bij naarmate de grondbewerking intensiever is, er minder plantschade door slakken in maïs continu teelt te zien is. Verschil in grondbewerking laat ook een invloed zien op de aantallen regenwormen en loopkevers. De resultaten later verder zien dat gereduceerde grondbewerking minder plantschade geeft dan mais in onbewerkte grond, terwijl de belasting op het bodemleven lager is dan in geploegde grond.

Invloed teeltsysyeem op plaag aantasting en insect populatie.png

Links boven: De aantallen maïsplanten waren het laagst bij veldjes met directzaai (E). Bij directzaai wordt het bodemoppervlak niet bewerkt. In de figuur is te zien dat er 11-13% minder planten waren dan bij de andere twee teeltsystemen. Een mogelijke verklaring voor de lagere opkomst is vraat tijdens de kiemplantfase in de directzaai veldjes (zie ook grafiek rechtsboven). Overigens kunnen ook andere factoren zoals bodemomstandigheden de kieming van zaad en de opkomst hebben beïnvloed.

Rechts boven: De aantasting door slakken was het grootst bij directzaai en het laagst bij het ploegen (A).

Links onder: De hoogste aantallen bodemdieren in de grondmonsters zijn regenwormen. Gemiddeld is de waarde het grootst bij de veldjes woelen met frezen (C), het laagst bij de geploegde veldjes. Het verschil tussen A en E is niet statistisch significant, waarschijnlijk door de grote variatie. Er werden vrij weinig insecten gevonden in de grondmonsters, het hoogste aantal is ritnaald. In de directzaai-veldjes wordt het hoogste aantal ritnaalden gevonden, maar de populatie is overal vrij laag.

Rechts onder: Vallen vangen hogere aantallen insecten dan in de grondmonsters zitten en geven een goed beeld van de aantallen loopkevers en vliegen. De totale aantallen diertjes gevonden in de vallen zijn hoger in de veldjes zonder ploegen dan in de veldjes met gereduceerde grondbewerking, een indicatie van hogere biodiversiteit.