Nieuws

Groenbemesters zijn bodemverbeteraars bij uitstek

Gepubliceerd op
2 oktober 2015

De groei van planten en gewassen is sterk afhankelijk van de bodemkwaliteit. Maar andersom kunnen planten de bodemkwaliteit sterk beïnvloeden. Groenbemesters vervullen in dit opzicht een zeer belangrijke rol.

Groenbemesters in Nederland worden vooral gekozen om hun rol als stikstof-vanggewas, hun effect op bodempathogenen en hun bijdrage aan de organische stof voorziening van de bodem. Maar groenbemesters kunnen veel meer functies vervullen. Ze kunnen bijvoorbeeld helpen ondergrondverdichting verminderen, actief nutriënten (Fosfor (P), Kalium (K) en micronutriënten) vrijmaken uit de bodemreserves, erosie beperken, onkruid onderdrukken, slemp voorkomen etc.

Werken mengsels van groenbemesters beter?

P1030261[1].jpg

Enkelvoudige groenbemesters zijn beter geschikt voor de ene functie dan de andere. In onderzoek wordt nu bekeken of mengsels van groenbemesters meerdere functies beter vervullen. Het huidige assortiment groenbemesters dat in Nederland wordt toegepast is vrij beperkt. Er is waarschijnlijk veel meer mogelijk in functies en toepassingen van groenbemesters dan waar gebruik van gemaakt wordt. Daarom is in de PPS Duurzame bodem onderzoek gestart naar de brede mogelijkheden van groenbemesters voor verbetering van de bodemkwaliteit en het leveren van ecosysteemdiensten.

Onderzoeksopzet

In het kader van dit onderzoek zijn er afgelopen weken drie proefvelden ingezaaid met enkelvoudige groenbemesters en met mengsels. Deze groenbemesters zullen de komende drie jaar geteeld worden om het effect op bodemeigenschappen en gewasopname te kunnen monitoren.

De groenbemestersmengsels die geteeld worden bestaan uit:

  • Borage, vlas, boekweit, gingellikruid (niger), serradelle, Alexandrijnse klaver
  • Gele mosterd, facelia, zomerwikke, rammenas
  • Italiaans raaigras, Engels raaigras, rode klaver, witte klaver

Enkelvoudige groenbemesters

  • Japanse haver
  • Rammenas (Raphanus sativus)
  • Rode klaver
  • Zomerwikke (voederwikke)
  • Gingellikruid (Guizotia abyssinic)
  • Deder (Camelina sativa)
  • Gele mosterd

De proefvelden liggen op biologische percelen in Lelystad, Vredepeel en Kollumerwaard die niet geploegd worden. Zo kan er tot in het vroege voorjaar gemeten worden. Er worden gedurende de looptijd een aantal standaardbepalingen uitgevoerd zoals, droge stofproductie, bodemvoorraad en gewasopname van mineralen (N,P,K), beworteling en bodemleven. De komende jaren zijn er mogelijkheden voor aanvullend onderzoek.