Nieuws

Beter bodembeheer, wat levert dat op?

Gepubliceerd op
26 maart 2020

Bij bodembeheer wordt vaak gesteld dat de kosten voor de baten uitgaan. Daarnaast zijn de kosten vaak wel duidelijk, denk aan investeringen, extra kosten voor compost, etc. De baten zijn echter veel minder zichtbaar en ook moeilijk vast te stellen in de praktijk. De langjarige proeven binnen de PPS Beter Bodembeheer zijn daarom ontzettend waardevol: hierin is niet alleen over een lange periode bijgehouden wat de kosten en opbrengsten zijn, maar is ook een goede vergelijking mogelijk met tussen bijvoorbeeld kerende en niet-kerende grondbewerking.

In 2018/19 is een kosten-batenanalyse van een aantal bodemmaatregelen uitgevoerd op basis van de resultaten van deze systeemproeven: verschillende hoofdgrondbewerkingen, organische stofmaatregelen en bodemgezondheidsmaatregelen. Per maatregel zijn conclusies getrokken.

Het is opvallend dat de vergelijking tussen niet-kerende en kerende grondbewerking, zoals deze in meerdere teeltsystemen en op verschillende grondsoorten is uitgevoerd, geen spectaculaire resultaten laat zien. De enige uitzondering betreft de resultaten in Flevoland, waarbij de opbrengst van peen bij niet-kerende grondbewerking duidelijk lager ligt.

Voor organische stof lijkt het erop dat de uitgangssituatie erg bepalend is voor de baten van maatregelen: bij een neutrale/licht positieve organische stofbalans blijkt extra organische stofaanvoer niet/nauwelijks extra opbrengst op te leveren, te weinig om de extra kosten te dekken. Alleen bij een (fors) negatieve organische stofbalans levert extra organische stof een plus op in de opbrengst.

Bij bodemgezondheidsmaatregelen valt ook op dat tagetes patula als aaltjesvanggewas met name effectief is bij hoge aaltjesbesmettingen en in dure teelten, zoals lelie en aardappel. Door actieve bestrijding van aaltjes door tagetes neemt de schade aan deze gewassen behoorlijk af, wat financieel een groot effect heeft. De kosten voor tagetes als rustgewas worden hiermee ruimschoots vergoed.