Verslaglegging workshopronde 1

1.1 Beoordelen met behulp van rubrics

De workshopleiders kaarten op een leuke manier (www.kahoot.it: online enquêteprogramma, ook leuk voor in de klas!) een probleem aan waar veel docenten tegen aan zullen lopen: de subjectiviteit van de docent. Dit probleem kan worden opgelost met rubrics. In een rubric staan de beoordelingscriteria en het bijbehorende gedrag, vaak in tabelvorm, uitgeschreven.  Naast het feit dat de subjectiviteit van de docent wordt ingeperkt, zijn er ook andere voordelen van rubrics. Leerlingen weten wat er van hen verwacht wordt en ze krijgen inzicht in hun cijfer. Tegelijkertijd geven rubrics de docent een richtlijn voor feedback en kan hij zijn cijfer verantwoorden. Binnen de rubric blijft er nog speling voor de docent. De helft van de docenten in de zaal was al bekend met het gebruik van rubrics. Vanuit de zaal kwam nog een tip om leerlingen zelf ook rubrics te laten gebruiken. De workshopsleiders lieten ook een voorbeeld zien en gaven de docenten de kans om zelf te ervaren hoe het is om een rubric te maken.

Workshopleiders: Olaf Krings en Gijs Verbeek, Marnix College

Doelgroep: docenten bovenbouw

1.2 Betrouwbaarheid, validiteit en nauwkeurigheid

In het vwo examenprogramma van natuurkunde, biologie en scheikunde staat dat leerlingen in staat moeten zijn resultaten van een proef te beoordelen op validiteit en betrouwbaarheid. In de praktijk blijkt dit een lastig begrip te zijn. Er worden regelmatig experimenten in de les gedaan waarbij data verkregen worden die na berekeningen overeenkomende waarden met Binas zouden moeten geven. Waarom wijkt die waarde dan zo vaak af? Het centrale punt in deze workshop was dat leerlingen meer inzicht moeten krijgen in de (on)nauwkeurigheid van hun meetresultaten. Bereken hoe groot de onnauwkeurigheid is en waar die door veroorzaakt wordt. Wanneer de leerling inzicht heeft in de (on)nauwkeurigheid van de resultaten wordt ook duidelijk hoe waardevol de resultaten zijn.

Workshopleider: Koert van der Lingen, Het Streek

Doelgroep: docenten natuurkunde, maar ook docenten van andere bètavakken


1.3 Van Scholier naar Onderzoeker

Alhoewel de ingangseisen voor alle aangaande studenten hetzelfde zijn voor de studie Communicatie en Journalistiek constateren Peter Jansen en Alice Kolman van de Christelijke Hogeschool Ede een groot verschil in het beginniveau tussen vwo, havo en mbo leerlingen: havo en mbo leerlingen hebben vaak minder ervaring met het zelfstandig uitvoeren van onderzoeken. Daarom moet ook op scholen een doorlopende leerlijn komen die leerlingen beter voorbereidt voor de taken van een onderzoeker. Tijdens de workshop werden de verschillende verwachtingen van studenten per jaar uitgelegd. Deelnemers gingen daarna in groepen discussiëren in hoeverre het mogelijk is, om zelfstandig onderzoek in havo, mbo en vwo te integreren en zo een doorgaande leerlijn tussen voorbereidend onderwijs en hogescholen te ontwikkelen.

Workshopleiders: Peter Jansen (CHE, WU) en Alice Kolman (CHE, Radboud Universiteit)

Doelgroep: docenten havo en vwo

1.4 Leerlingen aan het woord

Op het Pallas Athene in Ede is een aantal jaar geleden een nieuwe onderwijsvorm geïntroduceerd: vwo Sprint. Zes enthousiaste leerlingen uit vwo 2 t/m vwo 6 kwamen vertellen wat dat precies inhoudt. De leerlingen die meedoen aan deze vorm doen de onderbouw van het vwo in 2 jaar. Dan blijven er nog vier jaar over waardoor er ruimte is voor een half jaar stage en om een half jaar in het buitenland te gaan studeren. Ook doen deze leerlingen veel vakoverstijgende projecten, zoals bijvoorbeeld een combinatie van engels en geschiedenis waarbij leerlingen veteranen uit de Tweede Wereldoorlog interviewen. De veteranen vinden dit zó leuk dat ze zelfs een shirt van hun favoriete voetbalclub Chelsea hebben geschonken aan de leerlingen. Ook wordt er een uitwisseling met Engelse studenten georganiseerd. vwo sprint mag dan een hele uitdaging zijn, het wordt wel aantrekkelijk gemaakt!

Workshopleiders: Bas Bonte en zijn leerlingen, Pallas Athene College

Doelgroep: docenten vwo

1.5 Smaakbeleving, de 1e inleiding op sensorisch onderzoek

Bij binnenkomst van de workshop stonden er koekjes en proefbekertjes klaar. Jaques Molmans mocht een week voor zijn pensioen een workshop geven over hoe het sensorisch onderzoek op het hbo werkt en hoe je het kan toepassen in een profielwerkstuk, als introductie op een verdere studie. Dit aan de hand van twee kleine proefjes over smaak en kwaliteit bij speculaaskoekjes. Bij een verder onderzoek leren we hoe verschillende suikers verschillend smaakten bij andere temperaturen of andere concentraties.

Workshopleider: Jacques Molmans, Hogeschool VHL

Doelgroep: docenten havo

1.6 Presenteren van het profielwerkstuk

Presenteren is een effectieve manier om kennis eigen te maken. Dat is één van de redenen waarom veel scholen er voor kiezen om leerlingen hun profielwerkstuk te laten presenteren. Bij het Pallas Athene College in Ede is dit een grote gebeurtenis. Op deze school wordt er een markt georganiseerd waarbij leerlingen op allerlei manieren hun profielwerkstuk kunnen presenteren. Dat kan gebeuren door middel van een presentatie, maar ook met behulp van een poster of een flyer. Leerlingen hebben hier veel vrijheid in. Dit levert veel enthousiasme bij hen op. Op de avond wordt een publieksprijs uitgereikt aan de leerlingen met de beste presentatie. Dit is een extra motivatie voor leerlingen. Deelnemers van deze workshop hadden de mogelijkheid om vragen te stellen. Ook was er ruimte om ervaringen te delen. Scholen gaan op verschillende manieren om met de presentatie van het profielwerkstuk. Vast staat echter dat de presentatie een belangrijk onderdeel van het profielwerkstuk is.

Workshopleider: Tineke van Bergen, Pallas Athene College
Doelgroep: docenten algemeen